Mej. C.H., Maastricht.
Brussel, 1 December 1876.
.........................
En nu de opéra....
Lucca!!!!
in de Huguenots! De Rivale van Patti wordt ze in Londen genoemd; neen, dat is ze niet, en dat kan ze nooit geweest zijn en nooit worden ook, want zij mist al 't aangeboren schoone van Patti: de metalieke, omvangrijke stem, de magnetische oogen en de feeachtige bekoorlijkheid! Lucca is een dikke, burgerlijke blondine, met een mooie, zuivere stem van weinig omvang, voilà tout. Maar welk een actrice! En welk een chanteuse! In de scène van de samenzwering bijv. waarin zij bijna niets te zingen heeft, speelde ze zoo prachtig, dat háár spel alleen de verklaring gaf van hetgeen de anderen zongen; en in het duo met Raoul was ze zóó wegslepend waar, dat zelfs een oude pruttelaarster naast me, die den geheelen avond had zitten murmureeren over ‘les réputations usurpées’ en elk oogenblik herhaald had ‘Je ne la trouve pas fameuse du tout!’ na de vierde acte verbaasd de oogen afveegde, met een onwillekeurig: ‘Elle vous donne la chair de poule, cette femme!’ Dàt was de geheele zaal met haar ééns, want 't publiek, dat tot dus verre vrij weerspannig en koud was geweest, brak op eens los in een daverend applaudissement en een luidruchtig geschreeuw, waaraan geen einde scheen te zullen komen! Lucca's grootste verdienste, naar mijn idée, is kracht. Zij grijpt niet naar haar rol, maar zij heeft hem, zij leeft er zoo geheel in, dat ze haar medeärtisten noodzaakt haar te volgen, en hen meesleept in haar voelen en denken, tot dat zij bijna even hoog klimmen als zij staat. Dit heeft Patti ook, maar Patti heeft bij haar âme de feu nog een stem die als van zelf zingt, en alles domineert wat klant heeft. Lucca daarentegen heeft een Stoltz-stem en kan de hooge noten wel halen, maar niet houden. Herinner je je nog hoe die Huguenots mij altijd wanhopig maakte om die ellendige aangehouden C's, welke telkens terug komen? Welnu, die C's Slaat zij eenvoudig over! Il faut du toupet om zoo iets hier te durven doen! Elke andere chanteuse was dan ook al gesiffleerd geworden, vóór dat ze had kunnen toonen wàt ze waard was zonder hooge C's! Men moet een Lucca zijn om het duo met Marcel zóó te mogen zingen als zij het gedaan heeft; als jij of ik zoo iets had durven probeeren, waren we zóó gesiffleerd geworden, dat ze ons in de vijfde acte niet meer hadden behoeven dood te schieten, omdat we al glorieux vermoord zouden zijn in de derde!
Maar zij heeft talent en een manier van zingen om oud en jong een lesje te geven, zij woekert met haar stem en trekt partij van alles, tot zelfs van haar kortademigheid! (de gewone