rekenen, niet alleen omdat ik veel te doen heb, maar vooral omdat ik nog eenigen tijd voor Nederland dood wil blijven en, om verschillende redenen, niets van mij wil laten hooren vóór dat mijn boekje de wereld in is; dàt moet mijn allereerste verschijning in publiek weer wezen.
Te Parijs heb ik *** ontmoet, die ons aan kwam spreken in 't Palais Royal, en ons vertelde dat 't Nederlandsch Tooneel zóó ellendig was samengesteld dat 't te gronde moest gaan. Tant mieux, dàt zal de bestolenen misschien wat helderder leeren zien!
Vertelt in Holland s.v.p. zooveel mogelijk rond dat mijn zuster pas in 't voorjaar terug komt, en dat ik dáárom niet vóór Augustus '77 naar Indië kan gaan.
Kan jullie geen van allen te weten komen wat er van Hélène is geworden? Waarschijnlijk niets! Mij heeft zij nooit geantwoord op mijn laatsten brief, waarin ik haar over haar Amerikaansche plannen schreef.
Leest toch eens ‘Les Lettres d'Abeilard et d'Héloïse’, die Abeilard is precies Mul! Ik heb in mijn eentje zitten lachen over de overeenkomst! Die innige zielloosheid en die geslepen frazenwijsheid, dat egoïstisch klagen en dat gevoelloos overheerschen, die veeleischende koudheid, die bestudeerde hoogheid, die gemaakte nederigheid, die valsche oprechtheid, die gemaniereerde eenvoud, die schijnheilige goedhartigheid, die onridderlijke ruwheid, die doordachte menschlievendheid, die alles vertrappende zelfaanbidding, Mul! Mul! Mul! op en top Mul! tot in 't mishandelen van zijn innig geliefde Héloïse toe! Hij sloeg haar, maar hij deed 't uit liefde!
‘Mijn liefje, wat wilt ge nog meer?!’ Sprekend Mul! Zij hebben verschillende meesters gehad, dat is al, had Abeilard ook na Lessing, Voltaire, Göthe, enz. geleefd, dan waren er twee Multatuli's geweest in plaats van één!
Addio, au revoir!
Mina.