Mej. Elize Baart. Middelburg.
Brussel 13 Juni 1876.
Beste Lize!
Eindelijk is de beurt aan jou! Ik heb 't druk gehad, als altijd, en nog wel vervelend druk ook! Als je verleden keer niet zoo kwaad geworden was over mijn meidengeschiedenis, kreeg je er dezen keer weer een, want, of ik 't zeg of zwijg, ik zit nu eenmaal in 't meidengehaspel! Tot over mijn ooren in de keuken-, en kelder-, en linnenkast-zanikkerijen, met alles wat daarbij behoort! Maar daar wil je niets van hooren, dus basta. En van ***? Die moet ik dagelijks een paar uur gezelschap gaan houden, want het gaat haar slecht.
Ik heb den roman van Cor gelezen en verzonden, en ik ben nu zeer benieuwd te hooren wat Revers er van zeggen zal. Wat zegt gij toch wel van hetGa naar voetnoot1 congres te Brussel? Ik heb natuurlijk niet geteekend, de beurt van ignoreeren is nu aan mij.
Je vraagt of ik je raden zou, je vertaling te vervolgen? Als occupatie, ja; als doel, neen; de tijd is voorbij. Gepasseerden winter had je, na mijn oorspronkelijk stukje, met een vertaling uit 't mofsch fureur kunnen maken, nu heb je geen rivale meer die vernield moet worden, 't kan niet schelen hoe. Je staat alleen, en oorspronkelijkheid is 't eenige dat je staande kan houden. Schrijf, schep, gebruik je exubérance de vie uitsluitend voor je werk en maak je noch warm, noch koud in 't dagelijksche leven, wees zoo ordinair mogelijk in de werkelijkheid en spaar alle rages (van welken aard ook) voor je boeken alleen, dan zullen ze goed worden. Je moet iets leveren van den winter, 't kan niet schelen wat. Je staat alleen dit jaar en je moet opkomen voor je zelve. Schrijf dus, schrijf! schrijf! schrijf! Maak je kwaad op mij als je wilt, maar zet 't in een boekje. Verzet je tegen je omgeving, je land, je bestaan, n'importe, tegen alles, maar verspil je krachten niet, klaag op 't papier en giet je klachten in een vorm, alle vormen zijn goed, behalve die welke je verzwakken en ontzenuwen.
Begrijp je wat ik meen?
Je bent (even als Lucie was, toen zij thuis kwam) in een scheppingsperiode, welke je gebruiken moet om de onderwerpen te verzamelen, die je later uit kunt werken. En nu ga ik slapen, ik ben moe, en ik vertel je niets meer.