Mej. E. Baart.
Brussel, 2 Maart 1876.
Beste Lize!
Dezen brief kunt gij zenden, den anderen niet. Pas op, kook niet op 't papier; ik heb ook gekookt, maar 't staat niet te lezen in mijn brief; als je met een schelm te doen hebt, moet je vóór hem staan als een muur, niet als een glazen kastje. Blijf ingénue zoo lang je mij nog hebt om voor je te vechten, later zal je nog gelegenheid genoeg hebben om 't zelve te doen, verspil je krachten niet, en overloop je vooral niet, kalmte is een krachtig wapen, en geduld is 't geheim van menige overwinning. Je hebt gedébuteerd als leerlinge van Mina Krüseman, je kunt dus, zonder eenig gevaar te loopen van zwak of afhankelijk te schijnen, gerust zeggen, dat je niets besluiten wilde zonder mijn voorkennis, en dat ik je afgeraden heb een engagement aan-te-nemen, dat ik als talentdoodend beschouwde.