Mev. Gerritsen, Leiden.
Zwolle 3 Januari 1876.
.........................
Mijn zwager uit Indië komt eerst tegen het najaar terug, tot zóó lang zal ik dus nog in Europa moeten blijven; een leelijke tegenvaller voor mij, en ook voor Héléne, als haar plan om naar Indië te gaan ten minste niet zoo vast staat, dat ze, ook zonder mij, van den zomer vertrekt, en er dus nog eenige maanden vóór mij is. Hebt gij mijn advertentie in het ‘Nieuws van den Dag’ gelezen? - Maak u daarover niet ongerust, dat is een défi van mij aan de niet betalende tooneelcommissie, die gelden inzamelt en ze dan verdwijnen doet in eenige boekjes, gevuld met non-sense; van 't engageeren van Hélène voor 't tooneel is natuurlijk geen sprake, ik weet wel dat men in Nederland geen artisten betaalt en geen cent uitgeeft voor de verheffing van het tooneel, als men niet zeker weet er twee centen voor terug te krijgen.
Den 10den Januari beginnen wij onze laatste tournée met Rotterdam, wilt gij dit s.v.p. aan Hélène zeggen? Haar schrijf ik later, ik heb van daag geen tijd meer en zit geheel verward in de telegrammen.
Hierbij een invitatiekaartje voor mijn lezing te Leiden, bij die gelegenheid hoop ik u allen gezond en gelukkig weer te zien.
.........................
Mina.