Hr. en Mev. E.
Valkenburg 10 Dec. 75.
Beste.....
Maar we kunnen toch voort
.........................
Mina.
|
-
voetnoot1
- De insinuaties en intriges van Douwes-Dekker en de firma Le Gras, Van Zuylen en Haspels, hadden deze uitwerking gehad, dat wij op onze eerste voorstellingen veel minder publiek hadden dan het geval zou geweest zijn, zònder de knoeierijen van hen, die ons eenige maanden te voren nog als een geldwinning exploiteerden. Ik had nu niet alleen te kampen tegen het journalisme, maar ook nog tegen de lui van het vak, die ik zelve vroeger beschermd had. Gelukkig kènde ik mijn vijanden en werd ik altijd gewaarschuwd door mijn vrienden die mij geheel Nederland door op de hoogte hielden van hetgeen er broeide.
Toen Le Gras bijv. vier plaatsen besproken had voor ons début te Delft (15 Nov.) wist ik dat die plaatsen ingenomen zouden worden door vier personen, die kwamen òm te protesteeren:
Dr. Eshuys - de vriend van D.D.! Deze vier verschenen 's avonds, en ik zag ze vóór me zitten, verbaasd over zóó veel laagheid, en gereed ze met den vinger aan te wijzen, en het publiek van de scène af te vragen of die schepsels recht hadden mij te komen beleedigen.
Zij hebben waarschijnlijk begrepen, of van anderen gehoord wat hun te wachten stond, want zoo lang zij daar gezeten hebben, hebben zij geluisterd en gezwegen. In de pauze zijn ze verdwenen, later heb ik hen bij den ingang van de zaal zien staan en verder heb ik niets van hen gemerkt.
Den volgenden dag vernam ik dat zij daar bij den ingang zoo stilletjes gestaan hadden, omdat men hen gewaarschuwd had, dat zij de zaal uitgezet zouden worden bij de minste stoornis die zij teweeg zouden brengen.
Dankje Studenten!
Toen ik den 17den daaraan volgend te Rotterdam kwam en mij tegen drie uur 's middags in den schouwburg bevond om te hooren hoe de zaken stonden, waren er bijna geene plaatsen genomen en wist niemand of er dien avond gespeeld zou worden of niet. De courant had goedgevonden, de opgegeven advertentie dien dag niet te plaatsen, de aanplakbiljetten waren overal van de muren gescheurd en de algemeene opinie was ‘dat Jufvrouw Krüseman niet kwam.’ ‘Toch spelen!’ riep ik, al komt er maar één persoon, dan zal die ééne persoon ten minste kunnen getuigen dat jufv. Kruseman woord houdt, al bedriegt ook alles om haar heen!’
Toen heb ik weer mijn toevlucht tot mijn arme vriendjes genomen en het volk heeft zoo veel strooibiljetten voor mij rond gebracht, dat ik 's avonds nog een ordentelijk gevulden schouwburg had.
Dergelijke tegenwerkingen heb ik op verscheidene plaatsen ondervonden; en de gevolgen waren (zoo als ze ook moesten zijn!) dat mijn uitgaven de inkomsten verre overschreden en ik plan had na onze eerste tournée, en na dus mijn doel bereikt te hebben, mijne leerlingen aan het Tooneelverbond te recommandeeren en verder mijn weg met lezingen alleen te vervolgen, zooals ik toch van plan was later te doen en zooals ik trouwens ook gedaan heb.
Tegen dit voornemen kwamen mijn kameraden echter op, en toen werd er eindelijk besloten dat wij nog eenigen tijd zouden blijven voortgaan onder deze voorwaarden. Ik zou alle uitgaven bekostigen: zalen, hôtels, reizen, couranten enz. enz. Wat wij te kort kwamen moest ik bijpassen, maar hielden wij wat over dan zouden wij dit eerlijk deelen. Zóó gezegd, zóó gedaan, de tournées werden voortgezet, tegen alle intriges in.
|