Mej. Elize Baart.
Brussel, 20 Sept. 75.
Elize lief, wat vind ik je portretjes beelderig! Maak mijn compliment aan den Heer Korsten over de magnifique photographiën, al dat dunne, ligte goedje is zoo mooi uitgevallen als men 't slechts verlangen kan!
.........................
Mijn stukje is af, zóó als ik beloofd had, vóór den 24sten en nu ben ik aan mijn peplum bezig en moet ik mijn boekje nog zien af te maken voor November. Wat heb ik nog te werken! Als nu Leentje zich maar goed houdt. Ik ben van daag den geheelen dag bezig geweest met 't arrangeeren van haar kamer, die ik geheel veranderd heb van type door 't wegnemen van 't kleine ledekantje en 't verschikken der andere meubels, zoowel als door 't ophangen van een menigte platen en teekeningen, die zij nooit gezien heeft; zoo doende hoop ik dat de herinnering aan haar ziekte minder sterk zal wezen. Ik vind 't eigenlijk heel naar dat zij dezelfde kamer nu weer krijgt, ofschoon zij zegt nooit zóó veel van een kamer gehouden te hebben als van die, omdat zij er zoo veel in geleden heeft. Arme ziel! Ik wou dat ik haar reeds goed en wel in Indië had.
Later zal ik u nog heel wat te vertellen hebben over alle moeielijkheden, waarmee ik dagelijks te worstelen heb om te komen waar ik wezen wil; dat vervelende schrijven duurt te lang! Ja, vertel de menschen maar dat ik kom zingen, dan kunnen zij ten minste niet intrigeeren tegen spelen!
Mina.