Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijUtrecht, 13 April 1875.Geachte Heer Cosijn! Ziehier 't beloofde voorwoordje voor uwe Kunstbode. Gisteren heb ik een lezing van Multatuli bijgewoond, helaas! hij heeft gesnoeid! Waarschijnlijk omdat ik vóór hem zat, dat was niet eerlijk, want hij had op mij moeten schimpen, even als in Delft, en dat heeft hij niet gedaan! En ik was nog wel expres uit Amsterdam over gekomen om te hooren hoe hij mij mishandelen zou! Mis! hij heeft me overgeslagen! Welk een teleurstelling!Ga naar voetnoot1
Mina Krüseman. | |
[pagina 66]
| |
Voorgedragen te Antwerpen, 2 april 1875.Mijn eerste optreden in Antwerpen gaat gepaard met vele moeielijkheden, waarvan zeker de grootste is dat ik beloofd heb te zullen spreken over Multatuli's Vorstenschool. Wie ooit met algeheele toewijding gestreden heeft voor het meesterstuk van een doodvijand, zal begrijpen hoe zwaar de taak is welke ik mij zelve opgelegd heb en die ik volbrengen zal, zoo niet mèt den schrijver, dan zònder hem, ja zelfs, nu 't zóó wezen moet, tègen hem. De Vorstenschool is een litterarisch meesterstuk, zoo als wij er in onze taal op 't oogenblik geen tweede bezitten en, welke fouten er ook als dramatisch product in wezen mogen, de taal is zoo schoon en de strekking is zoo nuttig, dat men den genialen schrijver gerust een enkel tooneelzondetje vergeven mag, ter wille van 't vele schoone dat hij ons te genieten geeft en dat in alle opzichten populariteit verdient. De grootste vijand van dit meesterstuk is dan ook niet het Publiek, dat avond aan avond èn den auteur èn de tooneelspelers met eerbewijzen overlaadt, noch de pers, die machteloos is tegenover zoo veel toejuiching, neen, het is de schrijver zelf, die als Douwes Dekker vergeet, wat hij aan Multatuli verschuldigd is. De man schimpt zelf op zijn werk en op de tooneelisten die het vertolken, op mij vooral, zeker omdat ik er 't meest voor gestreden heb en de ondankbaarste rol op mij genomen heb... neen, daarom niet, maar omdat.... Neen, ik zal niet zeggen waarom, want ‘La vie privée doit être murée’ heeft Multatuli eenige dagen geleden te Delft gezegd, alwaar hij een lezing hield over zich zelven. ‘La vie privée doit être murée.’ Misschien zou deze fraze, gebezigd door een ander, nog te verontschuldigen zijn geweest, maar uitgesproken door den geniaalsten man van Nederland, door hem die zich een voorganger noemt, een leider, ja zelfs een Christus....?...... ......................... Ik ben maar een vrouw, maar ik zou mij schamen als er één dag in mijn verleden was, waarop ik de smeekbede van Multatuli toe moest passen: ‘La vie privée doit être murée.’ Neen, la vie privée van een groot man moet groot zijn als zijn werk. De man die openlijk strijdt voor waarheid, heeft het recht niet zijn eigen leven tot een leugen te maken en zich dan weg te schuilen achter de fraze: ‘La vie privée doit être murée.’ Welnu, qu'elle soit murée. Ik zal aan zijn verlangen voldoen en Douwes Dekker met stilzwijgen voorbijgaan om straks nog even stil te staan bij 't meesterstuk van Multatuli.Ga naar voetnoot1
Mina Krüseman. |