Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijMej. E. Baart, Middelburg.
|
1. | Kan ik in Nov. mijn lessen (3de studie-jaar) krijgen? |
2. | Bij vermoedelijke niet-opening der school, kan ik dan toch (en attendant) les in 't déclameeren krijgen, van den leeraar die dit vak aan de tooneelschool onderwijzen zal? |
3. | Wie is die leeraar? en welke zijn zijne condities voor partikuliere lessen, ook wanneer ik de school bezoek? |
4. | Welke boeken heb ik noodig tot het leeren van mijn répertoire? |
Schrijf hem ook dat gij, op 't oogenblik, moeielijk van huis kunt gaan, en zeer gelukkig zoudt zijn indien hij u door eenige inlichtingen eene niet volstrekt noodige reis besparen wilde; enz. enz. Wees nog niet scherp; 't oogenblik zal gauw genoeg komen dat gij zult moeten vechten, heb maar een beetje geduld! - Ik vind dezen brief van u niet te vinnig, maar te vijandig. Als de man een beetje scherpzinnigheid heeft, moet hij dadelijk merken dat gij niet vóór maar tegen de school zijt en hem meer persi-
fleert dan vertrouwt; dáár kunt gij altijd later nog toe komen, als hij u zelf schriftelijk de noodige wapenen in handen zal gegeven hebben, om tooneelschool, en commissie, en leeraars, etc. als een mythe te behandelen. Want de correspondentie kan niet anders eindigen dan met een potsierlijk aveu, als dit:
Tooneelschool | } |
Directeur | } bestaan niet! |
Déclamatiemeester en | } |
Répertoire | } |
Zijn eerste phrase over ‘kinderen’ (élèves voor 't tooneel!) is reeds geld waard!
Overmorgen keeren wij naar Brussel terug.
Waar blijft 't stukje van Lucie?
Hebt gij nog niets van ten Brink gehoord?
.........................
Mina.
- voetnoot1
- J.H. Rennefeld, Direkteur van de niet bestaande tooneelschool.