Mej. E. Baart, Middelburg.
Brussel, 18 Juli '74.
Beste Elize!
Ik heb alles ontvangen; de opgaven van de twee drukkers, en de postwissel, de brief, de kaart, in één woord alles, hartelijk dank voor alles; ik zal maken dat mijn lezing gedrukt is vóór ik mijn winter-tournée begin, en dan laat ik mijn zeeuwsche exemplaartjes aan de zaal verkoopen, tot stichting van mijn vriendjes uitgevers! Zoudt gij dat ook niet doen als gij lezen gaat? Ik begin toch, dus de aanvallen zijn voor mij; die later komt vindt den weg gebaand en behoeft maar voort te gaan, om in de voorrechten te deelen zonder alle lasten te dragen. Ik zit me alweer te verkneuteren van plaisir over die nieuwe plagerij!
Van Vuylsteke heb ik nog niets gehoord; misschien is hij op reis of ziek, want hij is gewoonlijk heel vlug met antwoorden.
Amsterdam se tait! Zou die bestaande commissie, van de niet bestaande tooneelschool, bang zijn haar neus voorbij te schrijven? Best mogelijk! Van Multatuli heb ik een brief zonder antwoord!!! en voor mijn wisseloorlog heb ik nog geen tijd gehad, die zal ik in Chaudfontaine regelen. Als 't me niet meer dan een paar honderd gulden kost, gaat zijn Excellentie in zee!