andere, is gelukkig en verdrietig, twintig keer in 't uur, enz. enz. Ze cacheeren zich hier minder dan in Holland bijv. en gevoelen zuiverder, is dat valschheid? Ik weet 't niet, al wat ik weet is dat ik ze begrijp en dat ik ze lief heb, malgré hun gebreken, of mogelijk juist daarom! En bijgeloovig? - Zijn onze domme, onverdraagzame protestanten ook niet bijgeloovig? Is de Nederlandsche hel minder wreed dan de italiaansche? Is een protestantsche hemel minder arbitrair dan een catholieke? Minder poëtiek, voilà tout! Even als in alles, de charme ontbreekt bij ons en die domineert hier. Maar men moet Italië kennen om al 't schoone te waardeeren, de oppervlakte van alles is hier zoo arm, zoo vuil, zoo verwaarloosd en zoo vervallen, dat er moed toe behoort om tot 't fond door te dringen van 't geen zoo'n onaangenamen indruk maakt bij den eersten blik. Rome bijv. met haar nauwe, kromme straten, smerige huizen, grijze paleizen en geelbruine menschen, heeft zoo iets sinistres, dat men er moet willen blijven om het er langer dan drie dagen uit te houden.
‘Mijn hemel, hoe somber!’ was mijn conclusie, na een toertje van een uur of drie door de stad. ‘Neen, hier blijf ik niet lang!’ en ik liet mijn koffers aan 't station, klaar om zoo spoedig mogelijk weer verder te gaan. Maar zoetjes aan begon ik sympathie voor Rome te krijgen, ik vond het een graf, een reusachtig praalgraf, een nooit genoeg bestudeerde catacombe! En toen ik er dàt in begon te zien, was ik verzoend met alles, en ben ik zelfs geëindigd de stad, als catacombe, levendig en vroolijk te vinden! Ruim vijf weken ben ik er geweest en toen ik heen ging, speet 't me dat ik er niet blijven kon pour tout de bon! - Napels bevalt me nog beter, natuurlijk! 't is hier zóó zonnig, mooi als de lach van italiaansche oogen! Ze lachen me hier uit omdat ik de kinderen, die bedelen langs de straten, altijd centen geef, maar ik vind hun fluweel-zwarte oogen zoo mooi, dat 't me wel een cent waard is, daarin nu en dan een zonneglans te zien!
.........................
Rome is een heerlijke plaats voor discussies, maar men moet elk mannetje afzonderlijk hebben, want zijn ze met meerderen te zamen, dan houden zij zich dom voor elkaar! Hier is 't weer een geheel andere vertooning; reeds den eersten morgen heeft mijn koetsiertje een pastoor omgereden; in Rome zijn 't de kardinaals die met hun groote, zwarte paarden door de smalle straten hollen en 't arme volk overrijden! Hier vindt men de kleine geestelijken overal, tot zelfs in de opera, waar ze tot twee uur 's nachts naar de danseuses zitten te kijken, maar van groote geestelijken merkt men niets.
Ik logeer hier in 't hôtel Anglo-Americain op de Chiaia, miniatuur Champs Elysées van Parijs, beelderig mooi, maar vree-