Dr. W. Doorenbos. Amsterdam.
Parijs 20 Februari 74.
Geachte Heer Doorenbos!
Wat hebt gij u uitgesloofd! 1000 Dollars zouden ze in Amerika vragen voor zoo'n recensie en 2000 voor den brief waarin staat ‘ik meen wat ik zeg.’ Dank, en dank, en nogmaals dank voor uwe bestendige hulp in alles; waaraan ik zooveel goedheid verdiend heb weet ik waarlijk niet, en hoe ik er u mijn erkentelijkheid voor betoonen zal weet ik even min! Gaarne had ik nog een lezing in Amsterdam gehouden, zoo als ik beloofd had, maar aangezien ik Frascati slechts Donderdags en Vrijdags kon krijgen, en ik die dagen al mijn hartelijk geliefde joodjes zou gemist hebben, zoo vond ik 't beter mijn lezing tot nader order uit te stellen; wat uitgesteld is is niet verloren, ne craignez rien! Mijn ‘Blik in de artistenwereld’ komt nog, en bot daar boven op mijn concert-tournée, waarvoor ik nu hier reeds arrangementen maak. Wat zal ik verscheurd worden! Een toon die wegsterft is zoo gemakkelijk niet te verdedigen als een woord dat men drukken laat!
.........................
Met Nijhoff ben ik eindelijk tot een schriftelijke scheiding gekomen. Dieu merci! dáár moest 't toch mee eindigen, want een man die altijd met elkander tegensprekende frazes schermt, en nooit zijn eigen beloften op schrift wil geven, dáármee kan zoo'n praktisch schepsel, als ik ben, 't toch niet uithouden! Dus is nu de 2de uitgaaf van mijn Huwelijk te koop! Zoodra ik wat meer tijd heb, zal ik mij daaraan gelegen laten liggen, nu heb ik 't te druk!
‘Waarmee?’ zult gij vragen. Och, met alles en met niets, want ik voer eigenlijk al bitter weinig uit in mijn arm Parijs, dat ik nooit passeeren kan!
.........................
Gisteren heb ik ‘l'Oncle Sam’ gezien (van Sardou) een charge op Amerikaansche toestanden, waarin allerdolste zetten voorkomen; en eenige dagen geleden ‘Orphée aux Enfers’ als féerie, een prachtwerk als décoratif!
Waarom vluchten niet alle nog levende Amsterdammers naar Parijs? Och, 't is hier toch heusch veel beter! Al is er ook nog zoo veel dat anders moest wezen, er is toch altijd nog iets dat een bezield lichaam goed doet!
.........................
Mina Krüseman.