Den Heer v.G. Groningen.
Brussel, 22 Januari 1874.
Ja, ja, Mijnheer v.G. ik heb uw 14 pagina's behoorlijk ontvangen, maar ik had geen tijd om u uitvoerig te antwoorden en ik vond dat gij u te veel uitgesloofd hadt om u af te schepen met een halfvelletjes-bedankje, daarom heb ik uw hartelijken brief in mijn reisportefeuille gelegd, met plan om u uit Rome of Napels te antwoorden, waar ik meer tijd tot schrijven zal hebben dan hier. Stel u eens eventjes voor vrouw te zijn en artiste, en naar Italië te willen gaan om overal bij te zijn en te genieten van alles.... Y êtes-vous?.... en dan alleen te staan voor alles, tot voor 't maken van japonnen, mantels en hoeden toe!... Begrijpt gij nu hoe druk ik 't heb?
‘Dankje voor uw mooien brief!’ Voilà al wat ik u antwoord van daag, uit Italië hoort gij nader van me.
Adieu, vele groeten, ook aan de familie *** enz.
Mina Krüseman.