Den Heer Dercksen, Leiden.
Dresden, 28 September 73.
Geachte Heer Dercksen!
Met den besten wil van de wereld kan ik den eersten dinsdag van November niet in Leiden zijn, daar ik woensdag in Harlingen moet lezen en minstens een veertien dagen in het Noorden zal dienen te blijven, eer ik weer in uwe buurt zal komen. Ware het dus mogelijk Dinsd. in Maandag te veranderen, dan wil ik gaarne mijn tournée met Leiden beginnen, maar den éénen avond in Leiden en den volgenden avond in Harlingen, c'est un peu fort, daar het kleinste oponthoud mij te laat zou doen komen, en ik dit zeer verdrietig zou vinden, vooral wanneer 't in H. gebeurde, waar ik verleden jaar zoo bijzonder goed ontvangen ben geworden.
Wat het logeeren betreft, maak u daar niet ongerust over, ik ben zoo'n ongedurig vliegmensch, dat ik waarschijnlijk in den Haag logis zal zoeken om tevens dáár het een en ander te regelen voor later. En mijn lezing... Oho! die zal deze keer lang genoeg zijn voor een geheelen avond! Hartelijk dank intusschen voor uw vriendelijk aanbod; mag ik later, hulp noodig hebbende, nog eens op uwe goedheid rekenen?
.........................
Mina Krüseman.