Mej. Betsy Perk, Delft.
Brussel, 29 Januari 73.
.........................
Geloof daarom niet dat ik niet met u samen wil werken; o, neen, ik ben bereid om u te helpen waar ik kan, maar het is onvoorzichtig van u om u zoo bij anderen aan te sluiten, terwijl gij best alleen kunt staan. Wilt gij eenige lezingen voor ons beide annonceeren (tegen het voorjaar altijd) ga uwen gang, maar denkt gij dat wij te zamen betere affaires zouden maken dan elk afzonderlijk? - Nous verrons; ik laat u geheel vrij in wat gij doen wilt, schrijf mij maar wat gij besloten hebt en, als het mij mogelijk zal zijn, kom ik overvliegen om meê te doen.
.........................
Nu zoudt gij mogelijk bang gaan worden voor zoo iets sans peur, als ik schijn te zijn? Och, neen, ik ben niet kwaad, maar de menschen hebben mij zóó slecht en zóó gemeen behandeld, dat ik ze nu zelfs niet meer vrees; meer kwaad dan ze me reeds gedaan hebben, toen ik ze nog lief had, kunnen ze me toch niet doen, nu ze mij onverschillig zijn.
.........................
Mina Krüseman.