het mij goed ging, toen ik succès had, en toen de wereld mij met eerbewijzen en loftuitingen overlaadde, ontving ik uw schrijven, drie, vier brieven zelfs, die mij niet meer schelen konden, omdat ik u reeds in de *** 's club gewaand had, waarin gij niet te huis behoordet. Dat arme, onnoozele zieltje kan het niet helpen dat zij zoo oppervlakkig oordeelt over hetgeen zij niet kent, maar gij, bereisde luidjes, hadt allen genoeg ondervonden om ten minste te weten dat gij aan de excentrique Mina nooit schande beleven zoudt, hoe vèr haar weg ook uit den uwe mogt loopen. Enfin, j'ai dit.
.........................
Equipages en paleizen heeft men mij aangeboden, fortuinen, zooals men er slechts weinigen in de wereld vindt, en men kwam mij ten huwelijk vragen tot zelfs op de scène waar ik zong. Toch ben ik arm weer thuis gekomen en alleen, zooals ik vertrokken was. Denk ook niet dat ik pédante geworden ben of trotsch, of gek, och hemel! neen, ik vind het fatigant genoeg om altijd mooi te moeten zijn voor al die vreemde oogen, die mij koud laten, en ik ben nooit meer in mijn schik dan wanneer ik vrij en ongegêneerd ordinair kan wezen met de menschen, die ik mijn vrienden acht.
In Amerika heb ik verscheidene kennissen achtergelaten, die ik heel gelukkig zal zijn weêr te vinden, als ik daar nog eens heen zal gaan. Over het algemeen zijn de menschen in die nieuwe wereld allerliefst voor mij geweest, en, heb ik er canailles ontmoet, die bazen in hun vak waren, dan heb ik er ook karakters leeren kennen zóó groot, zóó krachtig, zóó edel, dat ik ze nooit als bestaanbaar op ons teutenwereldje beschouwd zou hebben.
.........................
Eenige dagen later, tegen het vallen van den avond, kwamen wij op eene plaats, waar, door de harde regens, de aarde onder de rails was weggespoeld en de houten had medegevoerd waarop zij rustten; dat was weder eene geforceerde halt. De heeren hadden dolle pret en waren dadelijk met de ingénieurs en de negers aan het werk om de dégats te herstellen, hetgeen zij dan ook zóó handig gedaan hebben dat wij een paar uur later onder een daverend handgeklap en een oorverdoovend ‘hurrah!’ onzen weg vervolgden over de gerépareerde rails.
Verbeeld u dat ik op reis, terugkomende, in het geheel niet zeeziek ben geweest, en zóó goed bij mijne zinnen was, dat ik altijd aan het hoofd van alle amusementen stond. Nu begin ik weer een nieuw leven van luttes en moeijelijkheden hier in Europa; in Amerika had ik hoofdzakelijk slechts tegen parti pris te kampen, hier kom ik in de groote question d'amour, die ik vertrap, n'importe in welken vorm zij zich ook aan mij voordoet.
.........................
Mina.