Den Generaal-Majoor Krüseman. Brussel.
Wilmington, 14 Maart '72.
Beste Papa!
Pas de chance! Zing ik niet dan heb ik geen succès, en zing ik wel dan heb ik zoo veel succès, dat men tegen mijn manager intrigeert en hem het concerten geven onmogelijk maakt! Wat al valschheid en wat al laagheid onder het intrigante masker van godsdienst en weldadigheid! Niets dan schijnheiligheid en fanatisme dat het Zuiden domineert, even als geld en onbeschaamdheid het Noorden regeert!
.........................
aangezien men zoo veel lawaai over mij gemaakt had dat elkeen mij hooren wilde, zoo proponeerde Mr. R. mij om bij hem te blijven tot dat de vasten voorbij zouden zijn, en dan onze tournée te vervolgen, te beginnen met een groot concert in Wilmington, daar wij zeker waren hier een énorm publiek te hebben en een aardig sommetje te maken. De arme man heeft geen fortuin en werkt zoo hard hij kan om wat te verdienen; zóó doet ook zijne vrouw die haar schoolgeld hoog noodig heeft om haar huishouden op te houden. - Ziehier nu wat godsdienst en weldadigheid, in den vorm van een dames-club, verzonnen.
Een jonge dame, pianiste, en een jong man van eene der eerste families, amateur-zanger, kwamen Mr. R. eenige dagen geleden vertellen dat de dames der christelijke vereeniging voor liefdadigheid besloten hadden, direct na de vasten een groot concert voor de algemeene armen te geven, waaraan de dames hoopten dat wij deel wilden nemen.
Mr. R. begreep dat zijn concert naar de maan was, wanneer hij mij voor de armen liet zingen, maar hij begreep ook dat hij, indien hij weigerde, de geheele stad tegen zich zou krijgen, en men hem charitable ten onder zoude brengen, indien hij weigerde eene chanteuse te engageren en gedurende zes weken te logeren voor de bénéfice van een schijnheilig christelijk genoot-