Dames H. Utrecht.
Brussel 2 Februarij 1867.
.........................
en kom nu eens op mijne beurt hooren hoe het u allen in mijn ongastvrij, antipathiek vaderlandje, op den duur bevalt? Regretteert gij Brussel nog? Of zijt gij reeds geheel gehollandiseerd? Que le ciel vous en préserve! Want dat zoude ik akelig vinden! En wat zoudt gij mij uitlagchen, indien ik ook dien weg eens opging! Alles is mogelijk, en daarom zal ik maar van mij zelve zeggen hetgeen ik reeds van u gezegd heb: ‘Que le ciel m'en préserve!’ Ik zit te schrijven met mijn papier op den rug van Mop,Ga naar voetnoot1 een ongemakkelijk tafeltje, dat wel wat minder beweegbaar mogt zijn.
Gisteren avond zijn wij op een concert d'adieu van Brassin (Louis) geweest, prachtig! Ik heb nog nooit iemand zoo kunstig en toch zoo mooi hooren spelen! Zijn ouderwetsche deuntjes, volgens Papa, waren letterlijk verhalen, discoursen, poëmes, ik weet zelve niet wat, altijd iets dat niets dan charme was, geheel muziek, d'un bout à l'autre.
.........................
L. van théatre M. is eenige weken geleden ook aan tering overleden, gisteren werd haar goed verkocht. Den dag te voren was het kijkdag geweest, en de brusselsche beau-monde was naar het sterfhuis gestroomd om alles eens goed op te nemen. De slaapkamer was met licht blaauw damast behangen, de kleedkamer, met donker blaauw fluweel, enz. enz. enz. Er is een paar oorringen verkocht geworden voor 900 francs en een horologietje met brillianten omzet voor 1,000 francs, buitendien heeft men voor 30,000 francs aan effecten gevonden, en de dame die dat alles gezien en gehoord had, vertelde het met zoo'n envie, dat zij er eindelijk malgré elle op volgen liet: ‘Comme cette petite a eu de la chance!’
‘De mourir si jeune? Ou d'avoir amassé tant de belles cho-