Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– Auteursrechtvrij
[pagina 81]
| |
ben ze de ‘Reine de Bruxelles’ geschaakt! Zij moesten het in Holland eens weten, wat zouden de vrienden dan weer in émotie komen! Gij herinnert u mogelijk nog wel dat wij onze portretten, welke in Parijs gemaakt zijn, wel allen betaald, maar niet allen ontvangen hadden, eenigen moesten wij er nog hebben, en daaronder een van mij in olieverw, welke de photograaf beloofd had ons na te zullen zenden. Een paar maanden verliepen zonder dat wij iets uit Parijs vernamen, toen schreef ik eens aan T. (den photograaf) die mij antwoordde dat hij de geheele bezending aan Monsieur Cabel gegeven had, die beloofd had haar ons ter hand te zullen stellen, zoodra hij in Brussel kwam, waar hij voor zaken wezen moest. Maar Monsieur Cabel had het in Brussel zoo druk gehad, dat hij de portretten vergeten had te bezorgen, en ze, au fond de sa malle, weer mede naar Parijs genomen had. Over eenige dagen echter moest hij weder hier zijn en dan zoude hij niet mankéren zijn verzuim goed te maken. Dat was in het begin van den zomer en tot het einde van November hebben wij niets meer, noch van Cabel, noch van de portretten gehoord. Cabel is de man geweest (gedivorceerd) van de beroemde chanteuse Marie Cabel, de professeur de chant, bij wien wij geweest zijn om zijne élèves te hooren, en waar wij die kluchtige rencontre met Florella gehad hebben, die hij ons als een nieuwtje wilde voorstellen, op het oogenblik zelf dat zij ons als een oude kennis om den hals vloog. Nu, tegen het einde van November, heb ik aan T. geschreven, om hem te vragen of onze portretten nog altijd au fond de la malle de Mr. Cabel logeerden, en zoo ja, hem dan te verzoeken ze aan T. terug te willen geven, opdat die ze ons, voor mijne rekening, per spoor zoude kunnen toezenden. Een dag of wat later ontving ik een keurig net pakje uit Parijs, met het adres van T. buiten op, waarin zich al de portretten van Mevrouw *** en mij bevonden, excepté mijn klein portretje in olieverw. Ik had dadelijk suspicie op Cabel en schreef daarom heel beleefd aan T. dat ik hem vriendelijk bedankte voor de toegezondene portretten, welke wij, even als de vorigen, heel mooi en gesoigneerd vonden, en waarmede wij regt tevreden waren, er ter loops bijvoegende: ‘le portrait peint cependant n'était pas dans le paquet, n'avez-vous pas osé l'emballer avec les autres? Alors je l'aurai plus tard, n'est-ce pas?’ Daarop ontving ik een paar dagen later een brief van T. als volgt: ‘Vraiment, je ne puis qu'admirer votre extrême indulgence et votre patience comme il n'en existe pas! Il y a dix mois vous deviez recevoir vos photies, enfin, grâce au chemin de fer elles vous parviennent. Il vous manque une photie peinte et vous ne vous fachez pas. C'est admirable! Mai je n'ai pas autant de vertu, | |
[pagina 82]
| |
aussi j'ai dit franchement à Mr. Cabel ce que je pensais de sa manière d'agir. Il était enchanté de vous porter lui même vos photies. Une première fois il les oublie, et la seconde il aime ouvrir le paquet. La petite photie peinte, qui était fort belle, est prise!.... Il se dispense alors de vous porter les autres, ne dit rien, et ce n'est qu'après avoir attendu des mois que, comme de juste, vous réclamez, c'est alors, dis-je, qu'il est très contrarié, qu'il s'offre de payer - n'importe la somme! - non vraiment, c'est à exaspérer! Bref, voici ce que je vais faire bien vite. Je vais refaire une photie que je ferai peindre et vous la ferai parvenir (avec d'autres) cela le plus tôt qu'il me sera possible etc.’ Hoe vindt gij toch zulk aller-impertinentst stelen? Ik twijfel er niet aan of hij zal mijn portretje wel met het zijne moeten betalen, tant mieux, hij mogt T. nog wel schadevergoeding voor den verloren tijd ook geven, even als voor den kwaden naam, dien hij zijn best gedaan heeft hem te bezorgen. .........................
Mina. |
|