Vermakelijcke uyren
(1628)–Jan Harmensz. Krul– AuteursrechtvrijJan Harmensz. Krul, Vermakelijcke uyren. Jacob Aertsz. Colom, Amsterdam 1628
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 12 E 24 [1]
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Vermakelijcke uyren van Jan Harmensz. Krul uit 1628.
redactionele ingrepen
In het origineel komen verschillende drukletters voor die in deze digitale editie niet kunnen worden weergegeven. Om dit onderscheid niet verloren te laten gaan, is in de hoofdstukken waar gotische en romeinse drukletters door elkaar voorkomen, alle gotische tekst weergegeven als vet. Romein is in deze hoofdstukken weergegeven zoals in het origineel.
Deel 1
fol. 3r: de kop tussen vierkante haken is door de redactie toegevoegd.
fol. 4r: verklesen → verkiesen: ‘wie dat ick tot myn Bruyt verkiesen sou’.
fol. 4r: vormoghen → vermoghen: ‘Op dit myn Zang-gedicht, dat ick na myn vermoghen’.
fol. 4v: n → u: ‘Of u Cupido quam een van myn Boeckjes’.
p. 2: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
p. 6: spteeckt → spreeckt: ‘Mijn hert ontsteeckt (door 't gheen ghy spreeckt)’.
p. 8: iemrnd → iemand: ‘Wy sullen eens besien of't iemand raden kan’.
p. 12: vruud → vrund: ‘Fabricio (mijn vrund) of ick Camillis ben’.
p. 18: Emmerenstot → Emmerens tot: ‘Sult ghy u Emmerens tot sulcken loer begeven’.
p. 21: reuckelooos → reuckeloos: ‘Maghet niet betaemt so reuckeloos te dwalen’.
p. 24: outsteecken → ontsteecken: ‘De oorsaeck van brandt, ontsteecken in mijn hert’.
Deel 2
p. 46: siju → sijn: ‘Die vaeck sijn valscheyd so bedeckt’.
p. 49: haddee → hadde: ‘Het Meysjen hadde een Ruyter lief’.
p. 53: vaa → van: ‘In't braefste van u lust’.
p. 62: Onnnt → Onnut: ‘Onnut ist dat ick claegh van mijn verlooren luck’.
p. 74: loffeliijcke → loffelijcke: ‘Dat ghy om mijnen't wil (o loffelijcke Maeght)’/
p. 76: Eeer → Eer: ‘Ha! rover van mijn Eer’.Ha! rover van mijn Eer
p. 77: ɯijn → mijn: ‘Eer ick vertreck mijn Heer’.
p. 92: Maet → Maer: ‘Maer neen, 'tmogt al niet sijn’.
p. 99: schoou → schoon: ‘Acht haer niet hoe schoon zy smeken’.
p. 125: Welkk → Welk: ‘'t Welk vuur, noch swaert’.
p. 149: overwonneu → overwonnen: ‘Mijn overwonnen hert vermach het langher niet’.
p. 162: groudt → grondt: ‘Na de duyst're grondt doet varen’.
Deel 3
Door het gehele deel zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
Deel 4
p. 168: miju → mijn: ‘de Minne hoogh; Ick dut in mijn begeer’.
p. 171: rijckelijckelijc → rijckelijck: ‘door 't gheluck van VVereltsche gaven rijckelijck bedeelt’.
p. 185: Onders → Ouders:: ‘gheen straf van Ouders, hoe groot die ooc’.
Deel 5
p. 189: gaveu → gaven: ‘Hy soeckt door gaven haer tot sijn wellust’.
p. 191: miju → mijn: ‘Verberghen langer niet de grond van mijn gepeynsen’.
p. 201: betooonen → betoonen: ‘Ken oyt gemoed so wreed in't straffen sich betoonen’.
Deel 7
p. 223: selyer → selver: ‘Ist dat ick selver dwael in't gheen’.
p. 225: eu → en: ‘Waerom en soud' ick niet’.
p. 230: bedrogheu → bedroghen: ‘de schaemt heel schandelijck bedroghen’.
p. 234: ɯet → met: ‘En met de voeten zy daer hebben als gedanst’.
p. 240: verhaeleu → verhaelen: ‘Eerst verhaelen klaer en naeckt’.
p. 241: het onjuiste paginanummer 239 is verbeterd.
p. 253: het onjuiste paginanummer 453 is verbeterd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (t.o. 81) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. 1r]
J. H. Kruls
Vermakelijcke uyren
Tot Amsteldam, by Iacob Aertsz. Colom, Boeck-verkooper, wonende op 't Water, in de Vyerighe Colom, 1628.
[pagina 1]
TOT AMSTELDAM,
By Iacob Aertsz. Colom, Boeck-verkooper, woonende op't Water, inde vyerighe Colom, 1628.