Bruylofs-zang.
Stemme: Tanneken.
ZVllen wy dan nu niet eens wezen,
Vroyelijk en zoet, vroyelijk en zoet?
Vroylijkheyd die word geprezen,
Dies men vroylijk wezen moet;
De tijd die heeft zijn tijden,
De tijd haer tijd behoeft.
Weest vrolijk met de blijden,
Met droeve zijt bedroeft;
Ey! drink nu eens een roemer om, ey! drink nu eens een roemer om,
Van deze klare wijn,, van deze klare wijn;
Zullen wy de Bruyd ter eeren, niet een uurtjen vroylijk zijn?
II.
Bruydegom Heer, den tijd zal naken,
Dat uw hert en zin,, dat uw hert en zin
Zullen swemmen met vermaken,
Zijn op 't hoogst verheugt,
Van blijdschap en van vreugd;
Wy drinken eens een roemer om, wy drinken eens een roemer om,
Een roemer schoontjes uyt,, een roemer schoontjes uyt,
Op de welvaert, en gezontheyd van de Bruydegom en Bruyt.
III.
Bruydegom, wi[...]d het zoo beschikken,
Weert u als een Held,, weert u als een Held,
Dat de Bruyt raekt aen twee stikken,
Eer men negen maenden teld;
Ten nutsten komt de dijen,
Wy drinken eens een glaesjen om, wy drinken eens een glaesjen om,
En zijn op 't hoogst verheugt,, en zijn op 't hoogst verheugt,
Daer meê wenschen wy te zamen, dat gy u zoo quijten meugt.
|
|