Pampiere wereld(1681)–Jan Harmensz. Krul– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wanneer, mijn beminde] Stem: Phillis ik kom buygen. I. WAnneer, mijn beminde, Zal ik gunste vinden? Wanneer zal't geschien? Dat gy mijn bedroefde hert, In zijn pijne zult verzachten, En genezen van zijn smert. II. Hoe lang zal ik loopen, Tusschen vrees, en hopen, Zonder dat gy mijn Wild toe zeggen u wetrouw? Hoe lang zal ik, Herderinne, Leven in gestâge rouw? III. Zijt my geen meer tegen, Laet u doch bewegen, Mijn getrouwe min; Laet my doch in dit verdriet, Lieve Herderin! niet sterven, Mits gy mijn getrouheyd ziet. IV. Trouheyd zal ik toonen, Trouheyd wild beloonen; Trouheyd in de min, Is het waerdigst dat men vind, Dies wild trou met trou vergeklen, En uw trouwen Herder mind. V. Ey! wild u begeven, Om met hem te leven, In de minne vreugd; In de min door echt vereend; Hier toe, lieve Herderinne, My een zoete ja verleend. Vorige Volgende