Amstelsche linde
(1627)–Jan Harmensz. Krul– AuteursrechtvrijJan Harmensz. Krul, Amstelsche linde. Jacob Aertsz. Colom, Amsterdam 1627
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 174 F 9
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Amstelsche linde van Jan Harmensz. Krul uit 1627.
redactionele ingrepen
In deze editie is gotische tekst vet weergegeven.
Door het gehele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 30: oogeu → oogen: ‘door de poorten vaeck van onse oogen sluypt’
p. 67: vestoten → verstoten: ‘men waer veracht verstoten’
p. 120: vooor → voor: ‘Hoe schoon zy toonen voor de ooghen’.
p. 130: swiigen → swijgen: ‘ghy op wijsen schiet, wijsheyt sal stille swijgen’.
p. 174: verlooru → verloor u: ‘De tongh verloor u spraeck’.
p. 222: opgequeeckr → opgequeeckt: ‘Waer door de Lent uw's Ieught is opgequeeckt’.
p. 291: Deuhgt-Goddinnen → Deught-Goddinnen: ‘Deught-Goddinnen,, so myn sinnen’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (1, 2, 4, 136, 138) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 3]
Wereldt-hatende Noodtsaeckelijck.
Genomen
Uyt Levitico in 't 20 Capittel.
Ghy sult my Heyligh zijn, want ick die Heere Heyligh ben: Ende ick heb u Luyden gescheyden van anderen Volck, op dat ghy my toebehooren soudt.
T'AMSTELDAM,
By Jacob Aertsz. Calom, Boeck-vercooper op't VVater, in de Vyerighe Calom, Anno 1627.
[pagina 137]
T'AMSTELDAM,
By Iacob Aertsz. Calom, Boeck-vercooper op't VVater, in de Vyerighe Calom, Anno 1627.