De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels
(1981)–Gerrit Krol– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
VIII. De schrijver en het succesSoms heeft een mens principes. Deze principes dienen niet om nageleefd te worden, maar om iemand te vertellen waar hij staat. Bakens, die hem, als hij is afgedreven, de weg doen terugvinden. Een van de principes van een schrijver is dat hij een boek, eenmaal geschreven, en uitgegeven - vergeet. Elk nieuw boek van hem zal, eenmaal gelanceerd, als ware het een ruimtevaartuig, gevolgd worden door een eindeloze stilte. De stilte van de lezers. De schrijver kent ze, via zijn boeken. Voor deze mensen schrijft hij en als hij dat tot zijn dood kan doen, is hij een gelukkig mens. Hij zou volmaakt gelukkig zijn als hij zeker wist dat alle mensen zijn boeken lazen, in alle landen, tot in eeuwigheid. In het begin denkt hij dat ook. Maar is zijn eerste boek eenmaal gepubliceerd, dan ontdekt hij dat er mensen zijn die het niet lezen, en niet zullen lezen ook. Dat is zijn eerste kennismaking met de werkelijkheid. De tweede kennismaking is daarmee bijna simultaan: de ontdekking dat het boek dat hij geschreven heeft niet het beste boek van de wereld is. Gelukkig ontdekt hij dat pas achteraf, daar is hij nu juist schrijver voor: een boek schrijven is belangrijker dan inzicht in wat dat boek te betekenen heeft. Maar is het eenmaal gepubliceerd, dan zet hij die switch om. Hij stelt zich open voor de suggestie die de grote wereld hem levert: dat het geen meesterwerk was. Hij gaat dus opnieuw aan de gang: weer een boek schrijven, weer vanuit een sterke zekerheid, die nu echter samengesteld is uit twee componenten: de zekerheid dat hij weer bezig is het beste boek ter wereld te schrijven en de zekerheid dat bijna niemand het | |
[pagina 98]
| |
zal lezen en dus bijna iedereen het, desgevraagd, een onbelangrijk boek zal vinden. Twee zekerheden die door hun tegengestelde aard een normaal mens in verwarring brengen, die is er niet tegen opgewassen en een schrijver, voor zover hij een normaal mens is, ook niet. Hij valt af. Maar de echte schrijver telt beide zekerheden gewoon bij elkaar op en gaat door. Tweede boek dus. Het tweede boek onderscheidt zich van het eerste door het effect dat het heeft op de schrijver zelf. Liet het eerste boek hem kennismaken met iets nieuws: dat hij niets waard is in de wereld, ook al heeft hij een boek geschreven - het tweede boek bevestigt die ervaring. De meeste schrijvers ontdekken pas na hun tweede boek dat ze beter kunnen ophouden, of na hun derde... We zien nu hoe van een echte schrijver de motor allengs op gang komt: geremd door een accumulatie van negatieve ervaringen, tegengehouden door een groeiend trauma, kan hij alleen maar voort als hij gevoed wordt, gedreven mag je wel zeggen, door de zekerheid dat hij, noodzakelijk, - het wordt eentonig - bezig is met het beste boek dat hij tot nu toe geschreven heeft, een boek dat beter is naarmate er meer mensen zijn die het niet zullen lezen - zo'n boek kan alleen nog maar geschreven worden na een kick down. Kick down - plankgas in een automaat - brengt je motor, terwijl je al een flinke snelheid hebt, plotseling op een zeer hoog toerental, zodat je als een kogel vooruitschiet. Hoe dit technisch werkt weet ik niet. Hoe het bij een schrijver werkt weet ik wel. Hij scheurt gewoon een nieuw deel van zijn ziel open. De noodzaak om dat te doen ken ik ook: er van uitgaan dat hij nog geen boek geschreven heeft.Ga naar eind16 Er zijn maar betrekkelijk weinig schrijvers die dit extra vermogen in zich hebben: eenvoudig omdat de voorwaarde ertoe bij hen ontbreekt. Zij denken dat ze met hun vorige boeken al iets bereikt hebben, doordat ze ‘zulke goede kritieken hadden’ o.i.d. Aangezien bijna elke schrijver goede kritieken | |
[pagina 99]
| |
krijgt, kan dit voor zijn succes geen graadmeter zijn. Zijn succes meet hij af aan de mate waarin zijn reserves hem toestaan succes te negeren. |
|