De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels
(1981)–Gerrit Krol– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |
22. Over lezers en echte lezers: de interpretenIn de paragrafen 3 en 19 schreven we over de, noodzakelijke, complexiteit van een roman: dat een roman moeilijk moet zijn, en waaróm, en dat een roman ontoegankelijk moet wezen, in zijn omhulling: stukken gietijzer die, aan elkaar geschroefd, van elkaar gehaald moeten worden. Een roman moet sediment zijn en zichzelf bedekken, laag na laag, aangroeien, uitstulpen, en uitgroeien, en geknakt worden, en gestekt worden. Een roman, zeiden we, wordt langzaam geschreven, langzamer dan elk ander schrijfsel - zoals, op een afstand bekeken, het zonnestelsel langzaam draait: omdat het zo groot is. Een literaire roman is zwaar, zware kost en ik heb u al de komst aangekondigd van de interpreet, de man die, gewend aan zware kost, kan uitleggen wat de roman die hij gelezen heeft, behelst. Er zijn niet veel lezers die een boek zo nodig twee keer lezen. De interpreet doet dat wel, hij wil het boek begrijpen en als het een goed boek is begrijpt ie het ook: hij zal een opstel schrijven over het boek en daarin beweringen doen die hij met regels uit dat boek staaft: zijn opstel is met romantekst doorschoten. De houding die de schrijver inneemt tegenover de interpreet is een houding van haat en liefde, vooral tegenover de interpreet die zijn boek begrepen heeft. De schrijver ontmoet wel 's een lezer die zijn boek heeft begrepen en die hem daarom prijst met de woorden dat hij het ‘een geweldig mooi boek’ vindt. Dat hoort de schrijver natuurlijk graag, maar hij zal nooit de fout begaan, hem te vragen om aan te tonen waaróm het zo'n mooi boek is, want dan zal | |
[pagina 71]
| |
blijken dat 's lezers enthousiasme voortspruit uit één bepaalde scène, of zelfs misschien wel één bepaalde zin die hij, desgevraagd, nog verkeerd citeert ook. Soms blijkt dat hij van het boek maar een paar bladzijden gelezen heeft. Niet alzo de interpreet. Dat is een echte lezer. Maar of hij enthousiast is en hoe hij moet laten zien dat hij wat hij begrepen heeft ook mooi vindt - daar hebben we het nog niet over gehad. Hoe vindt een interpreet iets mooi? Zwaluwen hebben het, in hun vlucht naar insecten. Ionen ook: atomen die een elektron missen en, in hun vaart door de ruimte, makkelijk een ander elektron vangen, zodat ze weer compleet zijn. Hetzelfde geldt voor het lichaam. 't Is het contact met zijn omgeving dat het lichaam in leven houdt en hetzelfde geldt voor de geest. De geest kijkt, hoort en proeft. Denkt natuurlijk ook na, maar je moet 's proberen hoe lang je kunt nadenken zonder dat je je ogen beweegt. Om een boek te begrijpen moet je weten hoe het leeft, en een boek leeft als het wordt gelezen, en begrepen. Ziedaar de taak die de interpreet zich stelt. Hij moet het boek gelezen hebben om de verbanden te begrijpen en dat kan hij dan uitleggen, en parafraseren, en hij zal een school hebben, of een academie waar hij zijn inzichten kan meedelen en scherpen, articuleren, indelen desnoods. Een nuttige man, voor zijn leerlingen, maar dan is hij nog steeds niet toegekomen aan het tweede deel: ontdekken welke verbanden er bestaan tussen het boek en de lezer. Ik heb daarbij vaak het volgende figuurtje voor ogen. | |
[pagina 72]
| |
De bekende benzeenring uit de scheikunde. In de scheikunde zijn de uitsteeksels verbonden met waterstofatomen, in dit figuurtje zijn ze vrij, open. Ze stellen, wat mij betreft, de gretigheid voor van het boek op het moment dat de lezer het ter hand neemt en het zich met hem verbindt. Nu, die verbinding levert je, op het moment dat zij gemaakt wordt, de rillende sensatie van schoonheid: het past. Je past in het boek, zoals het hele boek in elkaar past.Ga naar eind13 Maar je maakt je ook weer van het boek los, met het gevolg dat je die sensatie opnieuw kunt beleven, als je wilt. Moet allemaal in het opstel van de interpreet worden opgenomen. Maar dat betekent dat hij over zichzelf schrijft. En dat doet hij meestal niet. En dat is de reden dat de schrijver hem haten kan. |
|