toch... Waarom, als hij het zo goed kan, en zo vlug, waarom zijn zijn boeken niettemin vaak zo dun, en waarom schrijft hij niet méér?
De film liet het zien: Wilhelm schreef wel, en vlug, maar niet lang. De meeste tijd zat hij het raam uit te kijken. Wachten op inspiratie heette dat vroeger, op de muze. Wilhelm Grimm wachtte, terwijl hij zo verlangend het glas-in-lood raam uitkeek, op de influisteringen van de muze. Thans weten wij dat de schrijver, terwijl hij zit te ‘wachten’, allerlei processen door het hoofd spelen; die processen verlopen minstens zo snel als het schrijfproces wanneer hij eenmaal schrijft en de gedachten die hij heeft zijn ook minstens zo flitsend. Flitsende gedachten bij de vleet - hij schrijft ze alleen niet op, blijkbaar. Niemand die zoveel met een pen in de hand zit, en zo weinig schrijft - als juist de schrijver. Wat kan dit te betekenen hebben? Onthult het misschien iets van de techniek die hij hanteert?
Vroeger, op de padvinderij heb ik, als ik van een toren in de verte de hoogte moest schatten, wel 's gedacht, voor de grap, dat die toren helemaal niet in de verte stond, maar dichtbij en dat hij dus veel kleiner was dan wij allen meenden. Dat is dan een gedachtenkronkel waar je weinig aan hebt, hij voert tot niets, maar later lees je tot je voldoening dat anderen dezelfde vruchteloze gedachte hebben gehad: een vogel die van ons wegvliegt lijkt daardoor kleiner te worden, maar is het niet evengoed mogelijk dat hij alleen maar kleiner wordt en dat het daardoor lijkt dat hij van ons vandaan vliegt?
Hoe groot is de zon? We leren op school dat de zon een doorsnee heeft van 1,4 miljoen kilometer, maar vóór die tijd dacht ik altijd dat de zon ongeveer zo groot was als mijn hand, 10 cm in doorsnee en soms, in mijn onbeweeglijkheid, denk ik dat nog wel 's. Maar dan zie ik een film van een zon die verduisterd wordt, daar schuift de maan voor, die toevallig net zo groot is als de zon, zodat zij er pre-