niet een geslaagd voorbeeld van wat ik bedoel: mij zelf.
Laura, die ik een week na de voordracht deelgenoot maakte van mijn moeilijkheden en die ik vertelde wat ik mijn collega's had voorgesteld: gelijkheid, riep uit dat ik dat nóóit had mogen zeggen.
‘Wat ik natuurlijk wél goed kan, is coördineren.’
Ja, dát had ik moeten zeggen. Of ik had haar waarschijnlijk niets moeten zeggen. Praten over iets dat alleen maar een probleem is voor je zelf, kun je beter via de poëzie doen.
Hoe dan ook, ik kreeg, omdat ik zo aan het coördineren sloeg, een assistent, een Fransman. Terwijl hij op mijn kamer ging zitten, verhuisde ik naar de kamer van Bleach en mocht ervaren dat daardoor, of je wilt of niet, je gedrag verandert. Direct: door het zachte leer onder je gat, maar vooral ook indirect: door het gedrag van de mensen die bij je over de vloer komen.
Wat je doet is de mensen met wie je te maken hebt beoordelen naar de mate waarin hun prognoses zijn uitgekomen. Ik zag dat vrij duidelijk. Ik zie altijd alles zo duidelijk dat ik overweeg daarover meteen een boek te gaan schrijven: Introduction to... Het zoveelste bewijs van wat een wet schijnt te zijn: dat het opstellen van regels over het leven waaraan het leven voldoet, aan het leven zelf voorafgaat.
Mijn vriend de Parijzenaar bracht er niets van terecht. Concipiëren kunnen ze wel, die Fransen, maar afmaken; ho maar. Wat dat betreft voel ik me erg aan ze verwant. Dit verhaal is daarvan een goed voorbeeld. Helderheid, eenvoud. Swinging simplicity, maar je kunt er niets mee doen. Er waren intussen zoveel instanties, afdelingen en personen die, zoals Nederlanders in den vreemde plegen