cies datgene wat je bent op het ogenblik dat je het leest. Zo'n gedicht is zonder meer de uiting van je eigen geboorte. Natuur. Leven. Geluk. Als je het leven aldus beschrijft, merk je met hoe weinig woorden je toe kunt en dat zal verklaren waarom de leek altijd weer denkt dat dit de poëzie uitmaakt.
Met mijn neus boven een Amerikaanse plee omdat ik dacht, meende te ruiken dat die grote, gele plas de geur had van een Johnnie Walker, Scotch.
Opnieuw dus de dagen van mijn jeugd. Een groen land met regen eroverheen, het had Uithuizen kunnen zijn, maar het waren de eindeloze Mississippi-moerassen in Louisiana. Plakken klei aan de voeten, zo stapten we elke keer die keet binnen; drie weken ben ik er geweest. Morgan City. Drie weken computer conversations, tussen de opslagloodsen en de trucks omdat dit Morgan City, in die tijd, de enige plaats ter wereld was waar je zulke dingen leren kon, en zien.
Naar een put gereden om te zien dat een klep sluit op het moment dat je, twintig mijl verderop, zegt dat ie dat doen moet: ongelooflijk als je het ziet gebeuren en toch heb je het zelf gezegd. En 's avonds, als vroeger in de zomerkampen, eten aan lange tafels op schragen, maar nu geen melk in de kroezen maar wijn en 's morgens corn flakes of rice crispies die knetterend in de melk ten onder gaan...
Heel verschillende mensen en toch, moeilijk uit te leggen, misschien te verklaren door het doel waarvoor wij allen bijeen zijn: één soort. Hetzelfde slag als in Den Haag in het begin. De jongens zowel als de meisjes, allemaal getrouwd, de meesten weer gescheiden, geen dichters, maar ook niet zover ervan af. In elk geval lazen ze veel. Hier, in