Huiselijke poëzie(1999)–Ellen Krol– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende L. Rietberg Het huiselijk geluk [fragment] Zo minde 't voorgeslacht. - Helaas! vervlogen dagen, wat baat het u vergeefs van 't noodlot weer te vragen? Zijt gij voor eeuwig heen, gij tijden! toen de trouw het edelst sieraad was der Nederlandse vrouw? Toen elke moeder voor de jeugd haars dochters waakte; de vader van zijn zoon een nuttig burger maakte; toen nog geen vreemde weelde ons hart bedorven had; toen 't huiselijk gezin tevreden samen zat en, in de wintertijd, bij 't korten van de dagen, een vriendelijke kring had om de haard geslagen. [pagina 76] [p. 76] De vader ziet verheugd zijn lieve telgen aan; verhaalt van ruiters roem of maurits' heldendaân; bemerkt van 't dierbaar kroost, met blijdschap, de eerste stappen op 't moeilijk spoor der kunst en nutte wetenschappen; prijst ieders vordering; brengt dwalenden terecht, daar hij in elk verhaal een nutte lering vlecht; hij schikt zich naar hun spel en jeugdige vermaken en doet in 't minlijk hart de zucht tot deugd ontwaken. Deez' zegt (op de ereprijs, hem daarvoor uitgeloofd) de schoonste verzen op uit vondel of uit hooft. Een ander toont aan hem zijn kleine tekeningen en waant reeds aan van dijk het kunstpenseel te ontwringen; terwijl een derde blaârt in 't grote werk van brandt en huig de groot aanschouwt als de eer van 't Vaderland. De tabbaard voegt hem best. - Hoor, hoe hij Neêrlands rechten met kinder-deftigheid vrijmoedig durft beslechten. De moeder middlerwijl geeft op haar dochter acht, gaat al het huiswerk na, door haar deez' dag volbracht, prijst of berispt haar heus, en doet op de eerste wetten van orde en zindlijkheid en keukenarbeid letten; leert haar 't bereiden van een smakelijk gerecht waaraan haar vader een bijzondre voorkeur hecht; zij noopt haar om op 't vuur en op de tijd te passen en glimlacht in zichzelf om 't aangenaam verrassen. - Dra treedt de dierbre telg, met opgeruimd gelaat, de kamer vrolijk in, waar de avonddis reeds staat en draagt de schotel op. - De blijdschap siert haar wezen en uit des vaders blik is 't reinst vermaak te lezen. Een traan zwelt in zijn oog en zeegnend stamelt hij: ‘O hemel! welk een kroost schonk uwe goedheid mij!’ [pagina 77] [p. 77] Nauw is de dis voleind, of'k hoor de zilvren krappen van 't boek van Vader cats door moeder openknappen; nu leest ze wat een maagd van Nederland betaamt en hoe een trouwe gaâ zich nooit haar plichten schaamt; hoe eerbaarheid en deugd het heil des echts verzegelen en ieder edel hart zich naar dit doel moet regelen. - Dra slaat het uur der rust; terwijl tevredenheid voor ieder van 't gezin de peluw heeft gespreid. Ziedaar een flauwe schets, hoe, in vervlogen tijden, een vader met zijn kroost zich vrolijk kon verblijden! Zo werd de kiem der deugd, op vaderlandse grond, ontwikkeld tot een bloem die schoon te prijken stond en 't kroost, dus opgekweekt door ouderlijke zorgen, zag door zijn nijverheid en braafheid zich geborgen. Vorige Volgende