Huiselijke poëzie
(1999)–Ellen Krol– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
kinderspeelgoed, en niets meer:
't altijd hopen, 't altijd wachten,
't altijd uitzien, 't altijd smachten
keert met elke morgen weer.
Elk wil delen
in de spelen
van dit kinderlijk toneel;
elk gelooft de rol te kennen
en zich aan de stand te wennen,
die een ander viel ten deel.
Ontevreden
hier beneden
met de toegewezen stand,
schimpt men op de hoofdrolspeler,
mort men met de roluitdeler
en miskent zijn vaderhand.
Ja! 't Ontberen
en 't begeren
oefnen hier het moeilijk spel.
't Al te flauw of te ijvrig delen
in de hoofdrol die wij spelen,
vormt een hemel of een hel.
Is het juichen
echt getuigen
van de wel geslaagde rol?
Zijn 't niet vaak kabaal en listen,
die ons 't goede spel betwisten,
ons bestormen woest en dol?
| |
[pagina 10]
| |
't Bravo roepen
bij de groepen
die men kunstig meet en plaatst
is niet steeds om goed te keuren:
hij wil vaak zich 't niet ontscheuren,
die zo de overwinning blaast.
Maar de mensen
die slechts wensen
om op de achtergrond te staan,
daarvandaan het spel te kijken,
nooit met goud of kroon te prijken,
stil slechts van 't toneel te gaan-
deze braven
zijn geen slaven
van een woest en dom gemeen;
geen van hen zal trotslijk prachen,
't volk mag om hun plunje lachen:
zij gaan stil en vreedzaam heen.
Och! wij allen
zijn bij 't vallen
van 't gordijn elkaar gelijk.
Dikwijls is de troonbeklimmer
bij de beedlaar eens zo slimmer
en vervloekt zijn machtig rijk.
Neen! wij willen
niets bedillen
in 't ons opgelegde spel;
't zij de rol ons kan doen schitteren,
of de vreugde soms verbitteren,
de uitkomst maakt eens alles wel.
| |
[pagina 11]
| |
Hierop wachten
bij 't betrachten
van de nooit voldane plicht;
slechts Gods bijval te verkrijgen;
stil te lijden en te zwijgen
maakt de zwaarste rol ons licht.
|
|