De vangst van Moen Djasidin
(2009)–Ismene Krishnadath– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
[pagina 59]
| |
Moen liep met de kleine Idris tegen zijn schouder over het balkon. De baby was net gevoed en moest zijn boertje laten. Daarna was het tijd voor zijn bedje.
Slaap, kindje slaap.
Mae is een aap,
Pae is een baviaan...
Annie was bij hem ingetrokken met haar drie kinderen. Hun drukte had de geesten verjaagd. Hij had een kippenhok gebouwd, soja geplant en de boot aan Rehamin verkocht. Die had hij niet meer nodig, nu hij zijn eigen Idris had. En Annie had hem gisternacht ingefluisterd dat er een tweede baby was op komst was. Het hoofdje van de zijn zoon rustte op zijn schouder. Hij voelde het ritme van zijn ademhaling tegen zijn borst. De Djasidinlijn was springlevend. |
|