Mama zag dat ik bijna moest huilen en zei: ‘Ja, Harvey. Laat dat kind iets goeds doen. Jíj maakt altijd tyuri's. Jíj zegt altijd: “Hebben deze mensen geen vuilnisbak thuis? Alles gooien ze op straat!” Dus nu je dochter iets goed wil doen voor haar leefomgeving, kun je haar liever een handje helpen.’
Papa keek weer serieus. Hij veegde zijn tranen van het lachen met twee vingers weg en keek eerst naar mama en toen naar mij. ‘Hmmm...’, zei hij. Mijn broer had al die tijd alleen maar geluisterd, hij praat niet zoveel. Maar nu liet hij zich opeens horen: ‘Papa, laatst nog heeft die jongen van de hoek zijn voet gesneden aan een blik. We hadden het niet gezien in het gras. De dokter van de Spoedeisende Hulp heeft vier hechtingen voor hem gezet.’
Papa keek verrast: ‘Franklin? Je zit ook in dat ding?!’ Er verscheen een lach op zijn gezicht. Maar anders dan zo-even. Nu was het een leuke glimlach. Wanneer mijn papa lacht, krijgt hij kuiltjes in zijn wangen. Hij zei: ‘Oké, ik vind het een goed idee. Ik vind inderdaad dat alle rommel in de vuilnisbak hoort. Onderweg zie ik vaak hoe mensen van alles uit hun autoraam gooien. Alsof onze straten een grote vuilnisbelt zijn. A bun, laten we het samen aanpakken. Ivy, jij bent de projectmanager. Heb je al een plan?’
Ik was zo blij! Als iedereen meedeed, zou het zeker lukken. Nu moest ik alleen nog mijn plannetje uitwerken. Ik kon niet wachten om met Maya te praten. Die nacht kon ik bijna niet slapen. Ik lag steeds maar aan het plan te denken. De volgende dag mocht Maya bij me komen om aan het plan te werken. Gelukkig was het nog vakantie, dus we hadden de hele dag. Eerst hebben we een briefje gemaakt om aan alle buren te geven.
Beste buren,
Er ligt zo veel rommel in onze straat en op de berm. Ik wil dit opruimen. Dan wordt onze straat schoon en fris.
Wilt u mij helpen op schoonmaakdag, elke eerste zaterdag van de maand? De eerste is op 8 februari 2021.
Mijn papa Harvey, mama Marisa, broer Franklin en beste vriendin Maya doen ook allemaal mee!