Regie greep een fakkel en een speer en rende naar buiten. De eerste de beste spin kreeg een vlam in zijn gezicht. Mervin, Cliff en Sam pakten ook een wapen om de spinnen te bevechten. De boswezens waren blij met hun hulp, want de jongens waren groter dan zij en het lukte ze makkelijker de spinnen neer te slaan. Maar er waren zoveel spinnen. Er leek geen einde aan te komen.
Totdat ze plotseling een luid gefluit hoorden.
‘Frrrtt frttttt frttttt.’
Het gevecht viel even stil.
‘Talud heeft gefloten. Er komt zo hulp’, zei een bosmannetje, die naast Cliff stond. De spinnen leken ook te hebben begrepen dat ze zich terug moesten trekken.
Een enorm grote vogel, het moest een gonini zijn, zweefde in volle vaart op het strijdtoneel af. Zijn vleugelslag veroorzaakte een windvlaag die zowel de boswezens als de spinnen bijna omverwaaide. De vogel landde met glijdende poten in het zand.
De spinnen hadden niet gewacht tot hij tot stilstand was gekomen. Zo snel als ze waren gekomen, zo snel renden zij weer weg. De vogel pikte nog hier en daar een langzame achterblijver met zijn snavel op.
De boswezens juichten. Ook de jongens deelden in de vreugde.
De boswezens gingen rond de vogel staan en streelden haar vleugels. ‘Bedankt Sofie, je hebt ons weer gered van die enge spinnen’, zei het oude mannetje.
Sofie wreef met haar kop tegen hem aan. Er werd eten voor haar neergezet.
Nadat zij had gegeten, vloog zij weer weg, nagezwaaid door de boswezens.
Het oude mannetje keerde zich om naar de jongens.
‘We hebben gezien dat jullie niet slecht zijn. Jullie hebben ons geholpen tegen de