‘Pe mi de?’, vroeg hij aan Iguan.
Hij beefde over zijn hele lichaam. Het leek alsof hij in een droomwereld was. Iguan stelde zijn schoonvader gerust en bracht hem naar het paleis.
Daar wandelde Jupta net met de twee baby's in de wandelwagen in de tuin van het paleis.
Toen ze haar vader zag, wreef ze in haar ogen. Droomde ze? Aarzelend liep ze op hem af, maar toen ze hem echt kon aanraken, omhelsde ze hem en hield hem minutenlang stevig vast.
‘Papa, papa’, huilde en lachte ze tegelijk. Ze kuste haar vader wel duizend keer op zijn wangen. Haar vader, op zijn beurt, kon nauwelijks geloven dat hij voor zijn verdwenen dochter stond. Jupta bedankte Iguan voor deze liefdevolle verrassing. Ze legde de baby's om de beurt in Etu's armen.
‘Dus ik ben opa!’, glunderde Etu.
Nadat Etu ook de ouders van Iguan had begroet, bracht Jupta hem naar zijn kamer.
‘Pa, ik ga je iets zeggen. Eet niets wat wij jou aanbieden. Als je dat doet, ga je niet meer naar mama kunnen terugkeren. Alleen water kan je drinken. Beloof je me dat?’
Etu beloofde dat hij niets zou eten.
‘Jupta, nadat je vermist was, is het leven nooit meer hetzelfde geweest. Je moeder lijdt er het ergst onder. Haar gezondheid gaat elke dag achteruit. Ik probeer haar te troosten, maar het gemis kan ik niet wegnemen van haar. Ze heeft echt veel verdriet.’
Jupta vertelde haar vader wat er allemaal was gebeurd, die ene bewuste dag bij de rivier; over de reis naar het watervolk, het leven in het waterrijk, haar huwelijk en haar leven met Iguan. Zij vertelde dat het haar aan niets ontbrak en dat ze