en nadenken over manieren om noodlijdende medemensen te helpen.
Hij zei dus: ‘Eerwaarde priester Jombor, ik neem de weddenschap aan. Als u wilt, kunnen we morgenochtend beginnen.’
Nadat Jombor en Nicolai nog enkele afspraken hadden gemaakt, gingen zij naar huis om zich voor te bereiden op de wedstrijd. Toen Nicolai de volgende ochtend aankwam op de plek die ze hadden afgesproken, zag hij een grote menigte. Nicolai was verbaasd. Hoe wisten al die mensen dat er een wedstrijd was? Jombor moest erover hebben gesproken.
Toen glimlachte hij bij zichzelf. Jombor was er zeker van overtuigd dat hij de weddenschap zou winnen. En natuurlijk moesten daar zoveel mogelijk mensen getuige van zijn! Dan zouden ze hem nog belangrijker vinden.
Het huis waar de mannen drie dagen zouden blijven, bestond uit twee kamers en was dus heel geschikt voor hun doel. Het had geen ramen, alleen twee deuren. Volgens afspraak dronken Jombor en Nicolai nog een laatste kop thee. Daarna ging Jombor de linkerkamer in en Nicolai de kamer rechts. Voor de zekerheid werd voor iedere deur een wachter geplaatst. De vastentijd was ingegaan. Hoe zou het aflopen?
Op geregelde tijden werden de wachters door andere vervangen. Ze mochten immers niet inslapen! Men moest er zeker van zijn dat geen van beide mannen naar buiten zou gaan om iets te eten of dat iemand iets te eten naar binnen smokkelde.
In de rechtse kamer ging alles zoals het behoorde. Nicolai vastte alle dagen en nachten en bad innig. Maar in de linkse kamer... het is bijna te erg om te vertellen. Jombor bad af en toe, maar toen zijn maag op het eind van de eerste dag begon te rommelen, haalde hij onder zijn priesterkleed een pak beschuiten vandaan. Ja, zelfs wat druiven had hij stiekem meegebracht! Door de dunne scheidsmuur heen kon Nicolai de beschuiten horen kraken. Krrrm krrrm krram krrem... Hij geluid was een kwelling voor Nicolai, maar hij bad intens en na een tijdje stoorde het hem niet meer.
Eindelijk waren de drie dagen voorbij. Honderden mensen waren van heinde en verre samengestroomd om de gebeurtenissen gade te slaan.
Zouden Nicolai en Jombor nog in leven zijn? Hoe zouden ze er uitzien? De mensen verdrongen zich om zoveel mogelijk vooraan te staan.
Daar brak het grote moment aan. Het dorpshoofd maakte de eerste deur open en Jombor kwam naar buiten, knipperend tegen het licht.
De tweede deur werd geopend en Nicolai trad naar voren. Ook bij hem duurde het even voordat zijn ogen weer aan het daglicht gewend waren.