7 Peerke Donders
Ben je weleens in die mooie, grote, houten kathedraal in het centrum van Paramaribo geweest? Dat gebouw heet de Kathedrale Basiliek van Sint Petrus en Paulus. Het is een rooms-katholieke kerk. Dit gebouw en de St. George's Cathedral in Georgetown zijn de twee grootste houten gebouwen in Zuid-Amerika.
In de Sint Petrus en Paulus basiliek worden niet alleen kerkdiensten gehouden, maar het is ook een toeristische trekpleister. Dat is zo bijzonder. Niet alleen de mensen die rooms-katholiek zijn, mogen in deze oase van rust vertoeven. Iedereen mag op bepaalde uren de basiliek bezoeken. Je moet wel netjes gekleed zijn.
Op de bezoekuren is het stil in de kerk. Er hangt een plechtige sfeer. Als je tussen de kerkbanken naar voren loopt, zie je in een zijvleugel een praalgraf. In het praalgraf liggen de stoffelijke resten van pater Petrus (Peerke) Donders. Je zal je natuurlijk afvragen wie Peerke Donders was en waarom hij op deze belangrijke plek in Paramaribo ligt.
Petrus Donders werd geboren op 27 oktober 1809 in Tilburg, een plaats in het zuiden van Nederland. Zijn vader, Arnold Donders, was wever. Eerst deed hij het werk thuis aan een weefgetouw. Later werkte hij, net als vele andere mannen in die plaats, voor een groot textielbedrijf. De mannen werkten hard en maakten lange dagen, maar verdienden niet veel. Toen Peerke, zoals Petrus genoemd werd, twee jaar oud was, kregen zijn ouders nog een zoon, Martin. Het gezin van Petrus Donders was arm, ondanks het harde werken van zijn vader. Vele gezinnen in die stad leden onder de armoede en konden geen goede kleding, dokter of eten betalen.
Veel mensen stierven dan ook jong en aan ziekten waar je normaal niet aan zou doodgaan. In die tijd en in die stad kon een griep al de dood betekenen, omdat men niet genoeg en ook geen gezonde voeding had. Petrus Donders moest het een groot deel van zijn leven zonder zijn moeder stellen. Zij stierf toen hij pas zeven jaar oud was.
De meeste mensen in Zuid-Nederland waren rooms-katholiek. Het geloof was voor hen erg belangrijk. Daarin vonden zij veel troost wanneer de omstandigheden waarin ze leefden erg pijnlijk werden. Petrus was sinds hij klein was een jongen, die veel met het geloof bezig was. Zo vertelt men dat hij als kind al preekjes hield voor andere kinderen in de buurt, waarbij