‘Met vasten’, zei ze zacht.
‘Maar liefje, dat is nog veel te moeilijk voor je.’
‘Maar jullie doen het ook!’
‘Riz en Reza doen het niet.’
‘Maar die zijn pas vijf!’
‘Is tien dan groot?’
Mama hurkte bij haar neer.
‘Sheertje, je weet niet hoe moeilijk het is. Als je uit school komt, heb je altijd zo'n dorst. Dan loop je naar de ijskast en je neemt ijswater. Of je hebt gespeeld en gerend en je komt even binnen en ik geef je een manja. Maar als je vast, kan dat niet.’
‘Wanneer mag ik dan beginnen?’
‘Misschien als je twaalf bent.’
Ze deed net of ze het niet gehoord had.
‘Zondag mama, of nee, zaterdag en zondag? Dan heb ik geen school. Dan ga ik geen wilde spelletjes doen en ook niet rennen. Dan krijg ik geen dorst.’
Mama stond op en aaide haar over haar hoofd.
‘Sherida,’ zei ze, ‘als je het zo graag wil, zal ik er met papa over praten.’
En dat gebeurde. Papa vond het goed. Voor zaterdag en zondag, dan. Sherida was in de wolken, die laatste schooldagen. Tegen iedereen zei ze: ‘Ik ga vasten! Ik mag meedoen! Zaterdag en zondag, twee hele dagen!’
Riz en Reza keken nu nog meer tegen haar op.
Als het lukt, dacht Sherida, als het lukt... als ik het kan... dan is Eid-ul-Fitr voor mij ook echt Eid-ul-Fitr!
Zou het lukken?
Zaterdag hoefde Sherida niet dat hele eind naar school te lopen, heen en terug, onder die felle zon. Het was al halftwaalf en ze had nog niets gedronken en gegeten. Helemaal niets!
Of toch wel, 's morgens vroeg, toen het nog donker was en fris. Ze was eerder dan anders uit bed gekomen en had mama aangetroffen in de keuken, nog in duster. Ze was aan het koken. Een paar schaaltjes met eten stonden al op tafel. Toen was papa erbij gekomen. Ze hadden samen gebeden en gegeten.