Les 21 De macht van Divali
De grote god Vishnu had zijn taak volbracht. Hij had de mensen van de wrede koning Bali verlost. Het werd weer tijd voor hem om de aarde en de hemel te verlaten en terug te gaan naar zijn vrouw Laksmi.
Net toen hij de stap wilde maken naar het godenrijk, hoorde hij een stem die hem riep: ‘Wacht, broeder Vishnu!’
Het was zijn broer, de grote god Shiva. Die wilde nog iets met hem bespreken. ‘Koning Bali heeft mij altijd met hart en ziel vereerd’, zei Shiva. ‘Ik vind het erg dat je hem voor altijd naar de onderwereld hebt verbannen. Kun je zijn straf niet wat verzachten?’
Ergens heeft mijn broer gelijk, dacht Vishnu. Koning Bali had Shiva inderdaad altijd vereerd. Het zou onrechtvaardig tegenover zijn broer zijn om koning Bali zo zwaar te straffen. Wat kon hij doen om Shiva tegemoet te komen?
Hij dacht na en kwam met een idee.
‘Wat vind je ervan, broeder Shiva, als koning Bali drie dagen per jaar op aarde mag regeren? Laten we zeggen vanaf de veertiende avond van de maand Ashvin. Is dat niet redelijk, broeder Shiva?’
‘Hmm, ja, dit lijkt me wel redelijk’, bromde Shiva en hij verdween.
Vishnu haalde opgelucht adem. Hij was blij dat zijn broer niet boos op hem was. Ruzie met zijn broer was het laatste dat hij wilde. Nu was iedereen tevreden en kon hij met een gerust hart vertrekken naar het godenrijk.
‘Wacht, ga nog niet weg, Vishnu!’
Het was de stem van zijn vrouw, de godin Laksmi. Zij had natuurlijk weer alles gevolgd. Wat zou zij nu weer willen, vroeg Vishnu zich af.
‘Waarom laat je die wrede koning Bali drie dagen op aarde regeren? Heb je wel goed nagedacht. Je weet toch dat koning Bali zijn schade zal willen inhalen? Ik ben bang dat hij in die drie dagen heel wat mensen