Dat zou de balans tussen haar kra en haar lichaam helemaal herstellen. De pré vond plaats op een zondag op een buitenplaats achter Santodorp. Ik hielp om het kamp schoon te maken. 's Morgens plaatsten we geurende bladeren langs de posten om een sfeer van rust en zuiverheid op te roepen.
Mevrouw Marijke zelf mocht tot twaalf uur uitslapen.
‘Om twaalf uur is het tijd voor je eerste wasi’, had oom haar gezegd.
‘Zo'n kruidenbad zuivert je geest. ’
Na het bad moest ze zich terugtrekken in een speciale ruimte. Op de grond stond een kalebas met water en een kaars.
‘Je kan je hier mentaal voorbereiden op de wintiprèy van vanavond’, zei oom August. ‘Probeer te mediteren. Om zeven uur is je tweede wasi.’
Intussen waren buiten familieleden en andere helpers druk bezig voorbereidingen te treffen voor de wintiprèy. Ik hielp met rijen angisa's diagonaal over de plaats te hangen. Er werd ook gezongen en gebeden, zodat de avond goed mocht verlopen voor mevrouw Marijke.
Tegen halftien 's avonds kwamen de muzikanten aan. Mevrouw Marijke had intussen een speciale bigi koto aangetrokken.
‘Hoe voel je je?’, vroeg tante Eline.
‘Rustig’, zei mevrouw Marijke.
De spanning die ze 's ochtends had gevoeld, was verdwenen. Ik zag steeds meer gasten het kamp binnenkomen. De stemming zat er goed in. Sommige familieleden hadden elkaar een tijd niet gezien.
Ze begroetten elkaar enthousiast. Er werden nieuwtjes uitgewisseld en moppen getapt. Men haalde herinneringen op. Lachsalvo's weerklonken. Daartussen klonken de geluiden van de muzikanten die hun instrumenten stemden.
Iets na tien uur begon de muziek echt. De muzikanten speelden speciale muziek om de winti's op te roepen. De eerste winti was Mama Aisa. Ze nam bezit van tante Eline, het oudste familielid. Ze danste met haar.
Oom August had me verteld dat we een hoekje moesten inrichten met een ouderwetse dyarusustoel en een koperen bekken. In de koperen bekken kwamen wat flesjes drank en gladgestreken, in model gevouwen, hoofddoeken. ‘Voor welke winti is dit?’, vroeg ik.