Les 16 De huiswerkheks
‘Zoveel onvoldoendes’, zegt mama tegen Roël wanneer ze zijn rapport bekijkt.
‘Hoe komt dat nou? Je maakt toch op tijd je huiswerk?’
‘Ik kan niet helpen’, antwoordt Roël zachtjes. ‘Als ik repetitie moet maken, weet ik plotseling niets meer.’
‘Tyê’, zegt papa. ‘Misschien heeft hij faalangst. Als je dat hebt, raak je in paniek als je een repetitie moet maken voor een rapportcijfer.’
Mama haalt een rekenschrift uit de schooltas van Roël en laat het aan papa zien.
‘Kijk, hij kan het wel. In zijn schrift heeft hij maar twee sommetjes fout.’
De volgende ochtend brengt mama Roël naar school.
‘Roël, hoe komt het dat je zoveel onvoldoendes gehaald hebt?’, vraagt ze weer.
Roël blijft stil.
‘En?’, vraagt mama. ‘Ik wacht...’
‘Ik weet het niet’, zegt Roël en haalt zijn schouders op.
‘Hoe weet je het niet, jongen?’
‘Ik kan het gewoon niet’, houdt Roël vol.
‘Tuurlijk kan je het!’, zegt mama een beetje boos.
Op het schoolerf ziet hij zijn mati, Melvin.
‘Ofa Roël?’, roept Melvin.
‘Hé Melly’, zegt Roël. Hij kijkt sip.
‘Wat is er?’, vraagt Melvin.
‘Boy, mijn ouders zijn boos omdat ik zoveel rood heb op mijn rapport’, zegt Roël.
‘Dat komt door jouzelf, boy. Je hebt geen zelfvertrouwen’, zegt Melvin. ‘Ik heb gezien hoe je die repetities maakt. Steeds veeg je uit.’
Ding, ding, ding. De schoolbel gaat.
De kinderen stormen de klas binnen.