Les 27 Twee mannen en een ezel
Zijn er een heleboel mensen om je heen die je steeds vertellen wat je moet doen?
Soms is het goed om naar ze te luisteren. Maar soms vindt de één dit en de ander vindt dat. Dan zal je zelf moeten beslissen wat het beste voor je is. Lees maar in het volgende verhaal wat er gebeurt met een man die iedereen zijn zin geeft.
Het was in de tijd dat er nog niet zoveel auto's waren. Voor vervoer en vracht maakte men gebruik van paarden of ezels. De man wilde met zijn zoon naar een nabijgelegen dorp.
Daar werd markt gehouden. Hij wilde de cassave verkopen die ze pas hadden geoogst.
Ze hadden de aardvruchten in manden verpakt en die aan weerszijden van de rug van de ezel gehangen. De man en zijn zoon liepen naast de ezel.
Toen ze een tijdje onderweg waren, ontmoetten ze een boer die ze kenden. Hij woonde niet ver van hen. De boer zei: ‘Waarom lopen jullie? Ezels zijn lastdragers. Ze kunnen meer dan manden dragen.’
De man zei tegen zijn zoon: ‘Inderdaad. Ga jij maar op de rug van de ezel zitten.
Dan hoef jij in ieder geval niet te lopen.’
De zoon klom op de rug van de ezel. Hij liet zijn benen over de manden bengelen.
Hij zat lekker. Zo gingen ze verder tot ze een ruiter op een paard tegenkwamen.
De ruiter stopte. Verontwaardigd keek hij naar de zoon en zei: ‘Wat voor manieren zijn dat? Jij zit daar lekker en je laat je oude vader lopen. Dat past toch niet voor een kind?’
Hij bleef toekijken, terwijl de jongen van de ezel gleed. De jongen hielp zijn vader om op de rug van de ezel te klimmen. Zo vervolgden ze hun weg. Ook de ruiter gaf zijn paard de sporen. Hij verdween in galop.
Nog geen kilometer verder zagen ze twee vrouwen. Ze verkochten vruchten langs de weg.
De ene vrouw zei tegen de andere: ‘Moet je eens kijken hoe wreed die man is.
Hij laat dat arme kind in de hete zon naast hem voortstrompelen. Hij zit zelf hoog en droog op de ezel.’