Ze had nieuwsgierig vanuit de boom naar hem gekeken. Stilletjes was ze dichterbij gehupt.
Ze bewonderde zijn grote lichaam.
‘Jij bent groot en sterk’, tjilpte ze. Ze hield haar kopje schuin.
‘Jij bent zeker voor niemand bang!’
Biga was gaan staan. Hij stak zijn snuit omhoog. ‘Ik weet niet of dat laatste waar is hoor, maar sterk ben ik zeker.’ Zo waren hij en Gisla aan de praat geraakt.
Biga voelt zich thuis in zijn nieuwe omgeving. Elke dag doet hij zijn ronde in het bos.
Daar glijdt Lisa Lektere over het pad.
‘Dag Lisa, hoe is je week tot nu toe?’, groet hij haar.
‘Ik mag niet klagen’, sist Lisa. ‘Ik vermaak me bessssst.’
De struiken bewegen lichtjes.
‘Ah! Pedro Pad, is jouw achterpoot al genezen?’
Pedro waggelt onder de struik vandaan.
‘Nee, nee. Het gaat niet snel genoeg’, klaagt hij.
Hij trekt zijn neus op. Pedro vindt zichzelf vreselijk zielig. Biga weet dat hij hem een beetje aandacht moet geven en dan snel moet doorlopen.
Gisla was met het idee gekomen: Biga, de boswachter. Ze zei dat ze in dit deel van het bos een sterk dier nodig hadden. Iemand op wie de dieren konden vertrouwen.
Toen Biga eenmaal schoorvoetend had toegegeven, was er geen houden meer aan.
Gisla had alle dieren in het bos opgetrommeld voor een eerste vergadering van het bosberaad. Biga had zich nogal nerveus gevoeld. Hij werd zekerder van zijn zaak toen Gisla hem vol enthousiasme aankondigde. Hij hield een speech voor de dieren over hoeveel hij van het bosleven hield. Dat hij was gevlucht en dat hij een hekel had aan jagers.
Hij wilde dat iedereen veilig zou zijn in dit deel van het bos.
Hij was bereid daarom hun boswachter te zijn. De dieren waren in luid applaus en gejoel losgebarsten.
‘N-n-nooit meer bang’, stotterde Kian Konijn.