Chantrella wordt boos en schreeuwt: ‘Het is allemaal jouw schuld! Dan sta je hier ook nog net een bobo!’
Isean wil eigenlijk ook boos worden, maar hij weet dat Chantrella gelijk heeft.
Dus schopt hij maar tegen het gras voor de poort. De pollen vliegen door de lucht.
‘Hé, hé’, klinkt ineens een zware stem. ‘Wat zijn we daar aan het doen?’
Ojé, het is meneer Edwards, het onderhoofd. Hij weet niet dat ze net de bus hebben gemist. Dat mag hij ook niet weten, want dan belt hij vast naar mama. Chantrella denkt niet verder na en rent snel tot de hoek van de straat. Isean rent achter haar aan.
Ze staan op de hoek. De zon is fel en de schoolbus is weg. Wat nu?
Isean voelt in zijn zakken. Een dollar, een kwartje... dat is alles. Chantrella doet niet eens moeite, want ze weet dat ze geen geld heeft. Ze wil nu echt huilen. Ze kan niet eens met de lantibus! Hoe moeten ze nu naar huis?
Als Isean naar de auto's kijkt die voorbijrijden, krijgt hij ineens een idee.
‘Chantrella’, zegt hij opgewonden, ‘ik heb een oplossing. We gaan liften!’
Chantrella begrijpt het niet, dus legt Isean het uit. Hij heeft het in een film gezien.
Mensen staan langs de weg en steken hun duim omhoog. Auto's stoppen dan om ze mee te nemen. Dat heet ‘liften’.
Chantrella vindt het maar een gek verhaal. Maar de schoolbus is al weg en ze heeft geen geld voor de lantibus. Dus misschien moeten ze dat liften maar proberen.
Isean en Chantrella gaan langs de weg staan en steken beiden hun duim omhoog.
Veel mensen kijken naar hen, maar niemand stopt. Of wacht! Daar stopt een grote pick-up.
De chauffeur zakt zijn ruit. Hij draagt een donkere zonnebril.
De ruiten van de pick-up zijn ook donker.
‘Waar moeten jullie naartoe?’, vraagt hij.
‘Naar Onverwacht’, zegt Isean.
De chauffeur knikt. ‘Stap maar in’, zegt hij.
Chantrella wordt ineens bang. Ze kennen hem helemaal niet.
Wat als hij een griezelige man is?