Les 32 Opa is alleen
Cady woont bij tante Gracia. Haar moeder is voor een jaartje naar het buitenland.
Ze volgt een studie daar. Tante Gracia en Cady gaan elke dag even bij oma langs.
Om te kijken hoe het met haar gaat en voor de gezelligheid.
De laatste tijd gaan ze ook naar opa, want hij is een beetje ziek. Ze hebben gemerkt dat opa zich alleen voelt. Het is zaterdag en Cady en haar tante maken zich weer klaar om naar opa te gaan.
‘Tante, waarom blijven oma en opa niet samen?’
Het is even stil. Tante kijkt naar haar nichtje. Elke keer als zij naar opa gaan, stelt zij dezelfde vragen. Vandaag moet zij wel een goed antwoord geven, denkt ze.
‘Oma en opa hebben elk hun eigen huis’, zegt ze.
‘Ja, lastig’, zegt Cady. ‘Wij moeten nu elke dag op en neer rijden. Samen in een huis zou veel beter zijn.’
Dan zegt Tante Gracia: ‘Opa bleef in zijn huis met een andere oma.’
‘Een andere oma? Waar is zij dan?’
Tante Gracia slikt en denkt weer na. Hoe moet ze dit aan haar nichtje uitleggen?
Cady blijft haar elke keer dezelfde vragen stellen. Ze kan niet meer zeggen dat opa rust nodig heeft en alleen moet blijven. Zal Cady groot genoeg zijn om het te begrijpen?
Tante pakt Cady's hand en speelt ermee. Ze zucht.
‘Ay baya meisje, omdat je het elke keer vraagt, ga ik proberen om het je uit te leggen.’
Cady luistert stil.
Tante zegt heel zacht. ‘Ik had je al verteld dat opa met een andere oma bleef.’
‘Ik heb haar nooit gezien’, zegt Cady gelijk.
‘Omdat die oma is overleden. Dus is hij alleen achtergebleven.’
‘Maar kan hij dan niet met ons samen komen wonen? Oma, opa, u en ik?
En als mama terug is, komt zij er ook bij. Dan zijn we met ons vijven.
Dan zie ik jullie elke dag.’