C: Ik ben razend benieuwd.
(Ze gaan allemaal aan tafel zitten. Jason voelt aan de grootste zak.)
J: Er zitten harde dingen in.
(Oom Clifford, tante Es en Marino beginnen de touwtjes waarmee de zakken zijn dichtgebonden, los te knopen.)
E: Wauw... dit zijn de sieraden van oma en opa. Die waren we ineens kwijt. Iemand heeft ze hier verstopt. Maar wie kan dat zijn?
M: En dit zijn gouden munten.
K: Oom, waarom zegt u niets? U bent ineens zo stil.
C: Ik kan het gewoon niet geloven. Wij hebben nu genoeg geld voor het museum.
Wij kunnen het hele huis laten renoveren.
E: We hebben genoeg spullen om tentoon te stellen.
Over drie maanden kan het museum al open.
C: Marino, is er iets te drinken? Ik moet even bijkomen van deze ontdekking.
M: Ik heb flesjes sap in de koelbox. Jason en Kayley, kunnen jullie ze even pakken?
(Oom Clifford houdt zijn flesje omhoog.)
C: Proost op het ‘George Museum’. Zo heette jullie opa, toch? En hij heeft het huis gebouwd, toch?
E: Maar oma Jacquelina heeft het huis netjes en schoon gehouden.
Dankzij haar staat het er nog goed bij.
J: Dan noemen we het ‘George en Jacquelina Dulder Museum’.
M: Het klinkt zo lang. Noem het gewoon ‘Dulder Museum’.
E: En zoals iedereen altijd welkom was in het huisje van oma, zo zullen wij ook ieder welkom heten in het ‘Dulder Museum’.
K: Moeten we de rest van het huis niet controleren? Misschien zijn er nog meer verborgen schatten.
(Iedereen schaterlacht.)