K: Ik zie echt niet wat zo bijzonder is aan het huis. Die houten ramen zijn onhandig.
Zodra het regent, moet je ze dichtmaken. En hun groene kleur... net een schoolbord.
J: Oom, u kunt een stenen flat laten bouwen, met kamers voor toeristen.
We zijn hier dicht bij het centrum van Paramaribo. Die toeristen kunnen van hieruit makkelijk overal naar toe.
C: Je hebt gelijk, Jason. De plek waar het huis van oma staat, behoort tot de historische binnenstad van Paramaribo. De geschiedenis van ons land is een trekpleister voor toeristen. Daarom moeten we die oude stijl behouden.
J: Moeten we die oude plee op het erf dan ook laten staan?
C: Dat was al een museumstuk toen wij klein waren, hoor. Maar dat badhok gebruikten we nog wel als er veel kinderen waren. De familie Dulder is groot. Niet iedereen kon tegelijk binnen baden.
K: Daar heeft mama het altijd over. Ze wilde niet buiten baden. Vooral niet als het donker begon te worden. Ze werd bang van al de geluiden. Eerst die kikkers en later sprinkhanen en uilen.
C: Je moeder hield niet van dat badhok buiten. Die zat vol met plaktodo's, kikkers.
Ze gilde altijd huizen ver als er één op haar sprong.
(Ze schaterlachen.)
J: Oom, kunnen we geen museum van het huis maken? (Ze gaan het huis binnen.)
Al die oude spullen kunnen worden tentoongesteld.
Dat bordenrek in de keuken is echt mooi.
K: Die steile trap is ook een belevenis. Boven kunnen ze vanuit oma's slaapkamer door de dakkapellen naar buiten kijken.
J: Die schommelstoel van opa is er nog.
K: En oma's trapnaaimachine.
C: Dat is een prachtig idee van jullie. Ik ga het met de andere ooms en tantes bespreken.
J: Ik zie het al helemaal voor me. Het houten huisje van oma als museum.