Les 4 De vlieger
Hoog in de lucht staat een vlieger. Het is de vlieger van Enrico.
De vlieger is groot en sterk. Enrico mocht de vlieger zelf uitzoeken. Hij was met zijn vader naar een vliegerkraampje langs de weg gegaan. Aan een touw hingen wel dertig vliegers.
Enrico vond deze vlieger het mooist. De vlieger is blauw en heeft een gezicht.
Rond zijn gezicht heeft hij groene franjes. Hij lacht met een brede, rode mond.
Hij heeft zwarte ogen. Daarmee kijkt hij rond.
‘Wat is het mooi hierboven!’, roept hij. ‘En wat ben ik knap om zo hoog te vliegen.’
‘Vliegen?’, vraagt een duif. ‘Hoe kan jij vliegen? Zeker aan dat touw.’
De duif lacht hem uit. ‘Maar ik ben een vlieger’, roept de vlieger beledigd.
‘Een vlieger die niet vliegen kan! Roekoe, roekoe...’
De vlieger rukt aan het touw. Hij wil net als de duif vrij in de lucht vliegen. Hij rukt nog eens aan het touw. Floep! Hij is los. De wind blaast hem voort. Maar wacht, wat is dàt nu?
Hij duikelt naar beneden. Hij valt in een boom. De vlieger schommelt tussen de takken heen en weer. Het gaat regenen en dikke druppels vallen op zijn gezicht.
Zijn zwarte ogen krijgen tranen en zijn mondhoeken hangen treurig naar beneden.
Hij wenste dat hij weer bij Enrico was. ‘Help mij toch’, kreunt hij, ‘Ik ga hier kapot.’
De regen is opgehouden. De buurman van Enrico is op weg naar huis. Als hij langs de boom loopt, hoort hij een geluid. Wat is dat toch? Kreunt die boom zo? Hij kijkt omhoog en ziet de vlieger tussen de bladeren hangen. Dat lijkt de nieuwe vlieger van Enrico wel, denkt hij. Buurman klimt snel in de boom en pakt de vlieger. Hij brengt die naar de moeder van Enrico. Zij zet hem achter de ijskast. Daar is het warm.
De vlieger voelt hoe hij droogt. Af en toe kraakt het papier zacht. Maar zijn mond en ogen zijn niet meer zo mooi. ‘Miauw. Wie ben jij?’, vraagt de poes.
‘Een vlieger’, antwoordt hij.
‘Kan je dan vliegen?’ ‘Nee’, zucht de vlieger, ‘alleen klimmen in de lucht aan een touw.’
‘Dat is toch ook leuk’, miauwt de poes weer.
Ze geeft hem een kopje en dat troost hem een beetje.