Les 3 De pratende poes
Jacinta is een meisje van acht jaar. Ze woont met haar moeder Sammy en broers Dino en Orfeo op Dijkveld. Dino en Orfeo zijn al groot. Dino is vijftien en Orfeo zeventien jaar.
Ze houden van hun zusje, maar ze hebben het zo druk met hun vrienden dat ze niet veel met haar spelen. Wanneer de oudere broers gaan voetballen mag Jacinta niet mee naar het speelveld. Ze bedelt zo om mee te gaan, maar mama wil daar niets van horen.
Ze baalt daar vreselijk van, omdat ze altijd alleen moet spelen.
Vandaag is het zaterdag. Mama is bezig de garage op te ruimen. Dino en Orfeo zijn op de bromfiets naar hun mati's gegaan. Jacinta zit op haar hurken onder de knippaboom.
Ze tekent in het warme zand. Wat zou ze graag een vriendje willen om mee te spelen.
Ze zucht diep. Dan hoort ze een zacht geluid. Wat was dat? Jacinta spitst haar oren.
Ze heeft het toch echt goed gehoord!
‘Miauw.’
Daar is het weer! Ze schiet overeind. Nu weet ze het zeker. Opgewonden rent ze naar de schutting. Ze ziet een witte poes met een grappig zwart vlekje op de neus. ‘Hé, jij hebt echt een funny nose!’ zegt ze tegen de poes. Het beestje kijkt haar stilletjes aan.
Misschien is hij verlegen, denkt Jacinta. Ze knielt in het zand.
‘Niet bang zijn’, zegt ze. Ik ben Jacinta. Ik ben acht en heel lief. Hoe oud ben jij?’
De poes komt langzaam dichterbij.
‘Je bent zó cute’, zucht Jacinta. Ze strekt haar vingers om de poes te aaien. Even lijkt het alsof ze weg zal rennen. ‘Kom nò, poesje. Kom bij me dan’, zegt Jacinta weer met haar liefste stem. De poes maakt een stapje naar haar toe. Zachtjes aait ze over de vacht van de poes.
‘Miauw,’ hoort Jacinta.
‘Hoe oud ben jij?’, vraagt ze.
‘Aif’, miauwt de poes.
Jacinta's ogen worden zo groot als schoteltjes. ‘Je kan praten!?’
‘Aif’, hoort ze de poes weer zeggen.