Les 49 Een bruiloft
Patty is met haar ouders, broers en zus op weg naar Nickerie. Een broer van haar vader gaat trouwen. Morgen is de bruiloft. Het wordt een groot feest.
De rit naar Nickerie duurt een paar uur. Onderweg valt Patty in slaap.
Als haar zus Fariël haar knijpt, wordt ze wakker. De auto staat stil bij een kraam langs de weg. Er is een man die kokoswater verkoopt.
Hij pakt een noot voor Patty uit een koelbox. Hij kapt de noot open en geeft haar een rietje. Ze heeft dorst. In één keer zuigt ze de noot leeg.
Er is een feesttent gebouwd op het erf van de bruid. Het is een vrolijke boel daar. Er is een vrouw die danst. Wacht even... ‘Hé, het is geen vrouw maar een man!’, roept broer Boy. De man heeft een wijde rok aan met felle kleuren. Hij danst en klapt en zingt. De rok zwiert rond zijn benen.
Het lied gaat over een prins en een prinses. Ze gaan trouwen.
De gasten klappen mee op de maat van de muziek.
Het bruidspaar zit op een bankje in een kleinere tent. Deze huwelijkstent is prachtig versierd. Het bruidspaar ziet er ook schitterend uit. De bruid heeft een rode sari aan. De bruidegom heeft een geel pak aan. Op zijn hoofd heeft hij een hoge kroon met slingers. Bijna herkent Patty haar oom niet.
Hij ziet haar wel. Hij geeft haar een knipoog. Daarna luistert hij weer naar de pandit. Die zegent het huwelijk in.
Het feest duurt tot heel laat. Om elf uur zegt mama: ‘Kom we gaan naar opa's huis.’ Hun opa woont een straat verder. Twee andere nichtjes uit de stad komen ook mee. Ze slapen vannacht op de grond op een papaya.
Patty is moe. Ze valt direct in slaap. Ze droomt van haar oom en nieuwe tante. Morgen komen zij ook naar het huis van opa.