Les 47 Geelkop
Geelkop is een schildpad met gele strepen op haar kop
Ze loopt heel langzaam. Eerst poot linksvoor, daarna poot rechtsachter, dan volgt poot rechtsvoor, dan poot linksachter. Zo gaat dat bij schildpadden.
Ze kunnen niet rennen. Heb jij ooit een schildpad zien rennen?
Geelkop woont in het bos, vlak bij een zwamp. Maar soms komt ze in de buurt van een weg. Dat is gevaarlijk.
Op de weg rijdt een bus. August zit op de achterbank. Hij is op weg naar school. August doet altijd langzaam. Agnetha, zijn zus, ergert zich elke dag aan hem. ‘Je bent zo traag als een schildpad.’ August heeft zijn brood en thermosfles met thee bij zich. Thuis was hij weer traag bij het ontbijt.
Hij was niet klaar toen de bus kwam. Daarom eet hij in de bus.
Krieeeek.... De chauffeur trapt plotseling de rem diep in. De bus komt met gierende banden tot stilstand. Het laatste stuk brood van August valt op de vloer van de bus. Waarom stopt de bus? De chauffeur rekt zijn nek uit en kijkt omlaag. ‘Er is een schildpad op de weg. Kijk hem, hij heeft zijn kop en poten ingetrokken. Ik had hem bijna doodgereden.’ Hij stapt uit en raapt de schildpad op. Hij zet hem in het gras langs de weg. De chauffeur wijst in de richting van het bos. ‘Die kant moet je opgaan’, zegt hij.
In de bus raapt August zijn stuk brood op. Hij gooit het naar buiten in het gras. ‘Dat is voor de schildpad’, zegt hij.
Geelkop is geschrokken van de grote handen die haar hebben opgepakt.
Ze houdt zich stil. Er gebeurt niets. Na een tijdje durft ze weer te kijken.
Hé, wat ligt daar? Het lijkt wel op iets eetbaars. Ze doet haar bek open.
Hap, slik, slik, dat smaakt uitstekend. Nog een keertje: hap, slik, slik.
Dan is het broodje van August op.